werk verbonden is dan bij eene met schaftorde, omdat in eerstge
noemd geval van ie voren voor elke overnachtingsplaats nauwkeurig
moet worden aangeteekend, wat voor elk troependeel moet worden
aangevoerd of opgelegd, terwijl in laatstgenoemd geval de sterkte
eenvoudig dient te worden vermenigvuldigd met het ration, om tot
de gevraagde hoeveelheden te geraken. Niettemin biedt het toege
paste systeem groote voordeelen, welke ruimschoots opwegen tegen
de daaraan verbonden nadeelen, en wellicht is het daaraan voor
een deel toe te schrijven, dat de verplegingswijze weinig aanleiding
heeft gegeven tot klachten. Wanneer de compagniescommandant n.l.
verantwoordelijk wordt gesteld voor de voeding van zijn troep,
prikkelt dat in zekere mate zijn eerzucht, en zal hij trachten om,
met weinig kosten, zijn troependeel zoo mogelijk zelfs eene betere
voeding te verstrekken dan van een andere compagnie. Hij kent
zijn mannetjes, weet dus, daar hem ook de menage in het garnizoen*
is toevertrouwd, bij ervaring, waarmede hij hun een genoegen kan
doen, terwijl hij voorts bij de indiening van zijne aanvragen aan
den Intendant er rekening mede kan houden een zeker bedrag aan
geld te reserveeren, om door inkoop van enkele versnaperingen op
de overnachtingsplaatsen de menage te verbeteren.
Als nadeelen zouden kunnen worden genormd, dat op die wijze
de eene compagniescommandant een zoodanig menu zal samen
stellen, dat met de toegekende V. 1. wordt toegekomen, en de andere
een deel van de soldij zal noodig hebben om de kosten van de
voeding te kunnen bestiijden. Het eerste kan m. i. niet als een
nadeel worden aangemerkt, want ook in het garnizoen is de menage
bij de verschillende compagnieën van hetzelfde Korps niet gelijk,
terwijl het tweede nadeel meer denkbeeldig is. Immers hiervoren is
uitvoerig betoogd, dat inhoudirg van een deel van de soldij voor
de voeding allicht ontstemming kan verwekken, zoodat de compag
niescommandant bij de samenstelling van het menu er voor zoo
veel mogelijk naar zal streven met de toegekende V. I. uit te komen,
hetgeen vaak door op een duur artikel wat te bezuinigen en daar
voor een minder duur in de plaats te stellen, zeer goed mogelijk is
zonder nog de voeding te schaden. Toch kan het gebeuren, dat
het ook den compagniescommandant bij een lage V. 1. niet zal
gelukken, om zijne manschappen uitsluitend van dat bedrag te voe
den, maar, aangezien hij dadelijk weet, wat hij den Brigade-Inten
dant schuldig is, kan hij ook dadelijk uitmaken, welk deel van de
soldij hij moet reserveeren om het tekort bij te passen, hetgeen
739