8888
B888
8888
De Zeeslag bij Sutland.
8888
Na afloop van een door mij, op verzoek van den Commandant
der IIIe Militaire Afdeeling op Java gehouden voordracht voor de
Officieren van het garnizoen te Malang, werd mij door eenige
toehoorders de vraag gesteld, of ik' niet genegen zou zijn het
gesprokene op te schrijven en in te zénden in het Ind Mil.
Tijdschrift. Voelde ik mij reeds eenigszins verplicht door de
welwillendheid, waarmede mij was toegestaan geworden de tac
tische oefeningen der Landmacht bij te wonen, het is mij een
speciaal genoegen aan het verzoek te voldoen, nu er door eenige
stukken van de hand van gezaghebbenden op het gebied der
zeetaktiek meer licht is verspreid over het strategisch doel, waar
mede de vijandelijke vloten zich den 31en Mei van het vorig jaar
in zee bevonden. De stukken, die ik bedoel, zijn o. m.:
het betoog van den kolonel van de Amerikaansche Marine Sims,
waarmede hij de aanvrage om 30 000 tons slag-kruisers voor de
Amerikaansche vloot verdedigde tegen aanvallen, waarbij gewezen
werd op het verlies van 3 Engeische slagkruisers in den zeeslag bij
Jutland; J
het antwoord hierop van de hand van Mr. Arthur Pollen, den
bekenden Engelschen „naval critic" en eene bespreking i'n de
Amerikaansche pers van de hand van Kapitan zur See Hollweg
van het Duitsche Marine Departement,
alle welke artikelen voorkom n in de afleveringen der vier laatste
maanden van het jaar 1916 van U. S Naval Institute Proceedings.
Captain Sims's betoog komt, in 't kort, hierop neer.
„De Engeische vloot had vóór den slag de „Control of the seas"
„en kon die niet volkomener erlangen, dan zij die reeds bezat. Sir
„David Beatty moet reeds bij het allereerste begin van het gevecht
„bemerkt hebben, dat hij weldra tegen een overmacht zou komen
„te staan en had toen het gevecht gemakkelijk kunnen afbreken.
„Engelands vloot had niets te winnen bij het aannemen van een
„gevecht onder voor haar ongunstige omstandigheden. Door den
741