„strijd vol te houden met zijne minder zwaar gepantserde slagkruisers „tegenover zwaarder gepantserde slagschepen gebruikte Beatty zijne „schepen voor een doel, waarvoor zij niet gebouwd waren en beging „dus een fout. De verliezen door de slagkruisereskaders geleden, be wijzen dus niets tegen dit type in het algemeen en Sims, die genoemd „wordt „the most distinguished officer in the U.S. Service" blijft den „aanbouw van slagkruisers voor de Amerikaansche vloot aanbevelen. „Mr. Pollen begint met aan te toonen, dat twee van de drie „Engelsche slagkruisers verloren gingen in een gevecht met Duitsche „gelijksoortige schepen, al wordt toegegeven dat deze laatsten zwaar der gepantserd waren. De Engelschman komt dan ook in 't geheel „niet op tegen het pleidooi voor krachtige slagkruisers, maar des „te meer tegen den aanval gericht op het beleid van Admiraal Beatly." Het betoog van Pollen geeft antwoord op een vraag, die men ook van landmacht-officieren in Indië zoo vaak hoort, en, meestal ter verdediging van den aanbouw van een vloot, uitsluitend be staande uit onderzeebooten. Die vraag luidt: „Wat presteeren de artillerieschepen nu eigenlijk in dezen oorlog, wat heeft bv. de Duitsche slagvloot tot nu toe voor nut afgeworpen" Het antwoord daarop moet ongeveer aldus worden gegeven: „De Duitsche slagvloot heeft allereerst mogelijk gemaakt, dat de Duit sche duikbooten nog steeds offensief kunnen optreden". Bovendien bewerkt de aanwezigheid van de Duitsche artillerie- vloot het afgesloten houden van de toegangen tot de Oostzee, waardoor zij het maritiem overwicht in die zee heeft behouden. Een gevolg daarvan is, dat de Duitsche kust niet gebombardeerd werd en dat geen geallieerde troepen konden geland worden op de kust van Koerland, in den rug van de aan het oostfront opereerende legers. Wanneer Duitschland niet beschikt had over machtige eenheden, maar uitsluitend over klein materieel, was het opruimen der Duitsche mijnversperringen, voor de entente, slechts een kw, stie van tijd geweest. Men kan in drie ootlogsjaren heel wat mijnen visschen en het aantal mijnenvegers, waarover Engeland beschikt, is natuurlijk haast onbeperkt groot Men zou die mijnenvegers hebben doen beschermen door snelvarende kleine kruisers en jagers, waar tegen de onderzeebooten een minimale kans hebben. Na het visschen der Duitsche, zou het strooien der Eng. mijnen aan de beurt geko men zijn en men zou het versperde gebied zoo dicht langs de Duitsche kust hebben kunnen brengen, dat geen onderzeeboot meer uit de havens zou hebben kunnen komen. Dit voor zoover het de eerste bestaansreden der Duitsche artillerievloot betreft. 742

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 28