Ook de opening van de Oostzee, met hare, voor Duitschland,
alleronaangenaamste consequenties, houdt bij slot van rekening alleen
in het vraagstuk, hoe men de mijnenvegers en ander licht mate
rieel afdoende zal beschermen tegen onverhoedsche artillerie-aanvallen
der tegenpartij. Waar die tegenpartij over krachtige schepen be
schikt, zal men zelf ook krachtige, dus groote schepen moeten af
zenden, ter bescherming, en juist die groote schepen bieden een
goede kans aan de vijandelijke onderzeebooten.
Snelheid gepaard aan manoeuvreervaardigheid is in dezen oorlog
gebleken de beste, en bijna afdoende bescherming tegen onderzee-
booten te zijn. Een vaarwater als de Sont bv. zou dus in grooten
vaart gepasseerd moeten worden, maar daarvoor is noodig, dat het
van te voren door licht materieel vrij gemaakt is van mijnen en
eventueel ergens verborgen liggende torpedobooten, die door een
onverhoedsche aanval in het nauwe vaarwater, kans op succes zou-
der kunnen bebben.
Had de Duitsche marine geen groote schepen gehad, die een
dergeiijk schoonvegen, uiteraard een langdurig werk, onmogelijk
maken, de Engelsche vloot ware al lang in de Oostzee verschenen,
ten einde zich met de Russische te vereenigen.
Als men deze reusachtige strategische belangen tij het al of niet
voortbestaan der Duitsche Hoogzeevloot voor oogen houdt, is het
ook duidelijk, dat de admiraal Beatty volkomen juist zag, toen hij
het besluit nam de Duitsche vloot aan te grijpen en vast te houden,
zelfs al mocht hij op een gegeven moment tegen een grooten over
macht komen te staan.
Het schijnt mij toe, dat Mr. Pollens overwegingen in ieder op
zicht juist zijn; dat trouwens de Engelsche Admiraliteit het met
Beatty's leiding geheel eens was, bewijst zijne benoeming tot op
perbevelhebber van de geheele Engelsche Vloot.
Het betoog leidt er echter ook toe te constaïeeren, dat het strate
gische doel, de vernietiging der Hochsee F.otte, niet bereikt werd
en daarmede dus vaststaat, dat van een Engelsche overwinning bij
Jutland niet gesproken kan worden.
Voor kleine naties heeft het omschrijven van de redenen, die
Engeland had om coüte que cöute de Duitsche artillerie-vloot te
vernietigen, een onberekenbaar nut. Het is dringend noodzakelijk,
dat ieder in den, lande duidelijk wordt, dat een vloot, uitsluitend
bestaande uit onderzeebooten, niet kan zorgen voor een, zij 't maar
een gszins afdoende, defensie. De eenige goede verdediging is
altijd gebleken de offensieve verdediging te zijn en deze is middels
743