langen, dat uitgeweken wordt, behoorlijk kenbaar gemaakt is, ter- wijl artikel 18 hem voorschrijft aan beide zijden van den weg, waar mogelijk, steeds voldoende ruimte voor voetgangers over te laten. 1) Artikel 19 houdt in, dat het verboden is met een motorrij tuig over een weg te rijden of te laten rijden, tenzij dat rijtuig voorzien is van: J 6 le. een nauwkeurig werkend stuurtoestel 2e. minstens twee onafhankelijk van elkander krachtig werkende onder bereik van den bestuurder zich bevindende remmen' met elk waarvan het rijtuig ieder oogenblik tot stilstand kan worden gebracht, en van welke ten minste één rechtstreeks op de wielen of op onmiddellijk daarmede verbonden remschii- ven of trommels moet werken; 3e. een plaat of platen waarop zijn aangegeven de fabriek en het tabrieksnummer van het chassis, het vermogen in paarde- krachten van den motor of het aantal en de boring der cylinders en het eigen gewicht van het rijtuig. (2) Het is verboden met een motorrijtuig, geen motorrijwiel zijnde, over een weg te rijden of te laten rijden, tenzij dat rijtuig bovendien voorzien is van: le. eene inrichting in staat om bij het bestijgen zelfs van steile hellingen den loop geheel te beletten, doch alleen ingeval een der remmen niet aan dien eisch voldoet; 2e. eene inrichting om achterwaarts te rijden, doch alleen ingeval de afstand tusschen vóór- en achteras grooter is dan 2 Meter of het rijtuig zwaarder is dan 350 Kilogram. Artikel 20 schrijft voor: le. dat het verboden is met een motorrijtuig over een weg te rijden of te laten rijden, tenzij dat rijtuig voorzien is van min stens een mond-, hand- of mechanischen hoorn, waarmede op een afstand van minstens ICO Meter duidelijk hoorbare signalen kunnen worden gegeven; 2e. dat de hoorn voor motorrijwielen een schellen, voor andere motoriijtuigen een zwarcn toon moet hebben; 3e dat de bestuurder is verplicht met den hoorn een signaal te geven of te doen geven telkens wanneer de veiligheid van het verkeer dit vordert; 4e. dat hij verplicht is bij het gebruik van den hoorn zooveel doenlijk alles te vermijden of te doen vermijden wat het schrik- kHuVan I'J" trekdieren, of andere vee tengevolge zou kunnen hebben. Het is hem verboden binnen bebouwde kommen ge bruik te maken van de open uitlaat; 5e. dat het hem en andere personen die met een motorrijtuig vervoerd worden, in bebouwde kommen verboden is eenig ander signaaltoestel dan den hoorn te gebruiken; be. dat buiten bebouwde kommen voor het gebruik van signalen gebruikt mogen worden hoorns, trompetten, alsmede de zooge- naamde sirene, de mechanische fluit en andere instrumenten mits gehandeld worde overeenkomstig het bij het derde en het vierde lid omtrent het gebruik van den hoorn bepaalde. 781 I. M. T. 54 1917.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 71