van den marinestaf een veel grooter invloed toe te kennen, dan thans het geval is, door het in het leven roepen van een hoogere marine-academie en door een andere, door Schr. nader aangegeven groepeering aan het Departement van Marine. „Onze marine in 1925. (Schets van het materieel der vloot in Nederlandsch-lndië)" door den luit. ter zee Langelaan, een toe komstbeeld, aangevende, hoe Schr., een voorstander van de klein- materiëeivloot, zich de samenstelling en het gebruik van de toe komstige vloot heeft gedacht. Voor ons is nieuw het door Schr. uitgewerkt denkbeeld om be halve het hoofdsteunpunt (Soerabaja) geen vaste steunpunten voor de vloot in te richten, doch bewegelijke, elk bestaande uit 1 hos pitaal-, 1 logement-, 1 reparatie- en 1 voorraadschip met bijbe- hoorende verdedigingsmiddelen. Voorts trof het ons, dat ook deze schrijver (zie ook vorige af leveringen) voor den offensieven krijg, o.a. tot het bedreigen en vernietigen van de scheepvaart op de kusten van den vijand en het aanranden zijner transportvloten, 1 i groote onderzeekruisers wenscht. Uit het belangwekkend artikel zij nog vermeld, dat Schr. nog eens de voordeelen van het gebruik van vloeibare brandstof op somt, dat hij aandringt op normaliseering bij den aanbouw en voorts aan het slot nog eenige algemeene inzichten geeft omtrent het optreden van de door hem gedachte vloot. Waar in Nederland de kwestie van den militairen groet zooveel stof heeft doen opwaaien, kan het geen verwondering wekken, dat ook in het Marineblad daaraan aandacht wordt gewijd; zoo in het artikel „De militaire groet" van den luit. ter zee van Heteren en in eenige in de rubriek „Uit de Pers" opgenomen ingezonden stukken en artikelen over dit onderwerp verschenen in Nederlandsche bladen. Hier te iande dringt die kwestie niet zoo, waarom we volstaan met belangstellenden naar deze artikelen te verwijzen. De rubriek „Uit de Pers" bevat verder nog het uit The Times overgenomen verslag van het gevecht in het kanaal tusschen 2 Engel- sche en 6 Duitsche torpedojagers, benevens de beschrijving van den ondergang van de Fransche o. z. boot „Monge". De „Korte Mededeelingen" bevatten o. m. beschrijvingen met cijfers omtrent de resultaten van den verscherpten duikbootoorlog! voorts lezen we daarin, dat uitgeschoten veldgeschut van 7.5 c M in Frankrijk weer bruik baar wordt gemaakt door de kernbuis uit te boren tot 8.3 cMen z. n daarna nogmaals tot 9 cM; dat volgens de Army and Navy Journal van 16/2-'17 de nieuwe types der Duitsche o.z. booten voor groote tochten 2400 ton meten, met snelheid aan de opperlakte van 26 mijl, onderwater 14 mijl, actieradius 8000 mijl, uitgerust voor 8 weken; dat volgens Duitsche bladen 10 nieuwe o.z. booten bestaan, elk 795

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 85