leemten ten duidelijkste blijken uit het door hen gesprokene en uit hunne rapporten, enz. En het zou jammer zijn, als hierdoor overigens voor hoogere rangen geschikte personen (wat betreft aanleg, gedrag en tact van optreden tegenover minderen) het niet verder zouden brengen dan sergeant. Het zijn immers veelal familieomstandigheden, die in hun jeugd hebben geleid tot een slechts kort schoolbezoek. Laten we de a s. „rustperiode" dan ook tevens benutten, om een cursus in de schoolvakken te organiseeren. Van het onderwijs aan een korpsschool is in dit geval niet zoo veel succes te verwachten, immers de Directeur (Luit. Adj.) kan zich door zijn drukke bezigheden niet zooveel met de korpsschool bemoeien, als wel wenschelijk is, en bovendien bedenke men, dat hier geen sprake is van opleiding voor het examen voor de kader- school, doch slechts van een voltooiïng van die voor den tegen- woordigen rang, óök wat meer algemeene kennis der schoolvakken betreft. Daarom moet men aan het einde van de door mij voor gestelde cursussen in militaire en schoolvakken, aan de sergeanten de voor hen bepaalde eischen, neergelegd in A.O. 1916 No. 24, in hunnen vollen omvang kunnen stellen. Wanneer aan die eischen voldaan is en de leerlingen ook met de schoolvakken „bij" zijn, zullen zij zich met goed gevolg aan het examen voor de kaderschool kunnen onderwerpen zonder nadere klaarstoomerij. Evenals voor de militaire vakken, worde óók een officier instructeur voor de schoolvakken (rekenen, Ned. taal en aardrijkskunde) aan gewezen Deze officieren zouden, onder nadere goedkeuring van den korps commandant onderling een verdeeling des lesuren kunnen bepalen; bijv. 3 dagen per week 's morgens schoolvakken en 's namiddags militaire vakken, en de andere 3 dagen andersom. Ook kan voor de algemeene ontwikkeling heil worden verwacht van lezingen en voordrachten door officieren en zich daarvoor beschikbaar stellende burgers. Het is niet noodig, en misschien zelfs niet gewenscht, om altijd een speciaal militair onderwerp te behandelenmen zou dan bijv. na zoo'n lezing de O. O"een opstel kunnen laten maken, over hetgeen zij van de lezing hebben opgestoken. De door mij voorgestelde cursussen brengen ook weinig onkosten met zich mee: de officier, belast met de militaire vakken, behoeft slechts reglementen, veldwachtrapporten, gekleurde potlooden, een bord en wat krijt, liefst ook gekleurd (theorie kaartlezen), en af en 827

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 33