b. Tijd van aankomst in het kwartier.
Zoover als tactische redenen zich daartegen niet verzetten, moet
het te betrekken nachtkwartier 1 a 2 uren vóór zonsondergang
worden bereikt Gerekend moet worden op 6 7 uren slaapmaakt
de drukkende atmosfeer den slaap minder rustig, dan moet daar
voor meer tijd worden uitgetrokken. Voor het in orde maken van
het kantonnement of bivak, het koken, baden en andere werkzaam
heden, welke voor het meerendeel bij voorkeur nog bij daglicht
moeten worden verricht, moet op minstens 4 uren tijd worden
gerekend
c. De inwerking van temperatuur, weersinvloeden en bodemge
steldheid op den marsch
Verhooging van lemperatuur en vochtigheidsgehalte doen de
marschsnelheid snel dalen. Bij eene temperatuur van 85° F. bedraagt
deze ongeveer 4 K. M. per uur; strijgt deze tot boven ICC0 F., dan
kan op niet meer dan de halve marschsnelheid gerekend worden.
Bij het opmaken van het marschplan moet de commandart reke
ning houden met deze factoren.
d. Lengte van dagmarsch en gemiddelde marschsnelheid.
De marschoefening wees uit, dat gerekend moet worden op eene
gemiddelde marschsnelheid van 4 KM. in uur en een gemid
delde marschlengte van 2t K.M. per dag, indien meerdere dagen
achtereen gemarcheerd wordt.
e Marschformatie.
Deze hangt, behalve van tactische eischen, af van den toestand
der wegen, van het weder, de temperatuur en de sterkte van den
troep. De afstanden moeten grooter zijn dan de normale, teneinde
eere goede do >rstrooming van lucht mogelijk te maken. Tegroote
afstanden hebben het nadeel, dat de manschappen geen zedelijken
steun aan elkander vinden en eerder geneigd zijn het bijltje er bij
neer te. leggen. Bergartillerie marcheert bij voorkeur aangespannen
om de krachten der draagdieren te sparen.
Plaats en tijdstip voor het houaen van rusten.
Ook indien vermoeidheid van den troep daartoe niet noodzaakt,
moeten gedurende de heete uren van den dag rusten worden ge
houden om het lichaam af te koelen en de veldflesch bij te vullen.
Rusten worden gehouden op schaduwrijke plaatsen en in den wind.
De duur der korte rusten moet minstens 20 minuten zijn en ge
houden worden na elke afgelegde 3 K. M. bij eene temperatuur
van 95° F. en meer.
831
1. M. T. 57 1917.