12 uitbreiding van de locale verdediging van Menado en Ambon door
middel van vrij will ge mili ie. 1
Onder de debaters brachten de vice-admiraal Van Hecking Colen-
brander en de he r Van Hengel het vraagstuk „klein materieel alleen
of slagschepm met klein materieel" nog eens voor het voetlicht
en betoogden beiden, dat het groote materieel een onafwijsbare
eisch is voor onze vloot.
De majo rr de Fremerij bestreed den inleider in zijn opvatting,
dat nu de Regeering zich geuit hai in de eerste plaats de vloot te
willen in het leven roepen, terwijl daarnaast de geleidelijke her
vorming van het tegenwoordige staande leger tot een militieleger
zal p'aats hebben, zij daarmede de legerhervorming geen zins als
bijzaak beschjuwt Maar naar onze meening het voornaamste uit
het debat is wel, dat maj de Fremerij het denkbeeld van een vnju il-
lige Inl. militie geheel verwerpt. Wij zijn het daarmede volkomen
eens; de Ov. M. moet zelfs een onverbeterlijke idealist zijn om te
veronderstellen, dat een vrijwillige militie mogelijk is!
Trouwens vrijwillig is die militie niet, want eerstens moeten
verschillende lokmiddelen worden gebezigd (capitulantensteisel,
politieke rechten, aa beveling bij particuliere werkgevers, kleine
voorrechten, die de ijdelheid streelen, als een siert ke dienstpet, het
recht om in staand: houdiig te blijven tegenover Eur. en Inl.
meerderen, het recht on zich van de Nederlandsche taal te
mogen bedienen, enz), terwijl vervo'gens zachte drang en daar
achter bedreiging met gedwongen militie moeten worden toegepast!
Hopen wij in Indië voor een proefneming met deze vrijwillige
militie gespaard te blijven!
S.
849