schikt. Mogelijk is dat te Migelang weer anders. Erg belang'ijk is de kwestie n et Wilt U echter weten welke volgorde mij in de practijk het meest practisch voorkwam? Welnu: krijgswet enblad, stam- en strafhoek, klacht, garnizoensorder van verwijzing, verhoor van beklaagde, verhooren der getuigen (chronologisch), verklaring omtrent 't preventief arrest, tolken certificaten, verklaring van on vermogen, stukken van voorloopig onderzoek. Vaag. Staat een militair, die, vóór hij militair werd, een misdrijf pleegde, dat eerst na zijn indiensttreding ontdekt werd, terecht voor den burger- of voor den militairen rechter? J. G. v. B. Antwoord. M i. moet hij voor den burgerrechter terechtstaan. Er zijn echter twee opvattingen over de vraag, of het tijdstip, waarop het strafbaar feit gepleegd is, of dat, waarop het vervolgd wordt, beslissend is voor de competentie van den rechter In Holland hul digt men de opvatting, dat het tijdstip, waarop het feit gepleegd is, de doorslag geeft Iemand, die daar steelt als burger, komt dus voor den arrondissementrechtbank, onverschillig of hij cp het oogen- blik, dat men met de vervolging begon, militair was. In Indië is vaak anders beslist maar er is reden om aan te nemen, dat men in de toekomst ook die Hollandsche opvatting zal navolgen. Natuur ijk volgt daaruit, dat een burger, d e vroeger als militair een strafbaar feit pleegde dat eerst ontdekt of vervolgd werd, toen hij reeds zijn paspoort had, voor den krijgsraad moet terechtstaan en dat (het is n een ik nog niet voorgekomen) zal practisch vel moeilijkheden geven, zoolang er niet bij verstek veroordeeld kan worden U vindt de stof uitvoerig besproken in het Ind. Tijdschrift van het Recht dl. 108 pag. It5- 168. J. M. Dog iets ooer (Darscbsneifaeid. Naar aanleiding van het artikel „Marschsnelheid" (I M T. '17 blz. 460) het volgende. De heer Treffers vestigt zeer terecht de aandacht op het verschil tusschen marst/taneiheid en sne heid van gaan en komt daarna tot de conclusie, dat na 1 vol uur mar- cheeren in maximum 9 min. kan worden gerust. Vermoedelijk is de heer T met mij van meening, dat een rust van 9 minuten na 1 vol uur marcheeren» niet bar lang is Ik zoude dan ook zijn redeneering willen omdraaien en zeggen: ik wensch mijn troep na elk uur marcheeren minstens 10 minuten (zie ook punt 115 V.Vrust te geven. Hoeveel moet in 't daaraan voorafgaande uur dan mijn snelheid van gaan zijn? 1) Loopsneheid is minder juist, er is verschil tusschen militair gaan en militair loopen. 851

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 59