eenen arbeid verrichten van 200.000 K.G.M. Rekenende, dat een mensch per seconde een gewicht van 5 K G. over 1 M. hoogte kan opheffen, zou hij aldus per uur eenen arbeid van 18.000 K.G.M. ver richten; de door 1 K.G. buskruit ontwikkelde arbeidshoeveelheid zou dan overeenkomen met die van minstens 11 mannen gedurende een uur. Fijngemaakt buskruit, het z. g. meelpulver, wordt benut als kern in eene waterdichte omhulling voor het Bickford vuurkoord of waterlont. Indien de opbewaring zorgvuldig heeft plaats gehad, verbrandt het na ontsteking door aanraking met vuur met eene regelmatige snelheid van één c.M. per seconde, ook onder water. De dikte is m.M., waardoor het in een slaghoedje van 2 gram past; 1 M. weegt 22 a 30 gram. Het wordt van den fabrikant in rolletjes van 10 M. ontvangen. SLAGKWIK. Het slagkwik werd in 1799 ontdekt door Howard. Het wordt bereid door 3 deelen kwikzilver in 30 deelen salpeter zuur van 40° C. op te lossen. Deze oplossing wordt daarna gevoegd in 19 deelen alcohol van 90%. Na eenigen tijd wordt het slagkwik als een neerslag van witte naaldjes afgezet. Het moet zoo lang met water worden gewasschen, dat blauw lakmoespapier niet meer rood kleurt. De voornaamste eigenschap is de bijzonder lichte ontplofbaarheid. Hiertoe is wrijving tusschen harde oppervlakken of een lichte slag van ijzer op een ander metaal reeds voldoende. Bij langzame verhitting ontploft het bij 152° C., bij plotselinge verhitting daarentegen bij 187° C. De detonatie-temperatuur bedraagt 3450° C. In koud water is het nagenoeg onoplosbaarhet is echter gevoelig voor vocht. Het slagkwik wordt niet als springstof voor vernielingen of oprui mingen, doch uitsluitend als werkzaam bestanddeel in ontstekings middelen benut. Een dergelijk ontstekingsmiddel is een z. g. slaghoedje, d. i. een aan één zijde gesloten koperen cylindertje met eene zekere hoeveelheid slagkwik gevuld. Teneinde te voorkomen, dat een slag hoedje bij het op den grond vallen zou ontploffen, is het slagkwik door toevoeging van een weinig kaliumchloraat minder gevoelig gemaakt (77°/0 slagkwik en 23% kaliumchloraat tot eene dichtheid van 2.8). Bij het Korps Genietroepen zijn in gebruik slaghoedjes van 2 en 234 gram. De slaghoedjes van 2 gram zijn lang 4 a 5 c.M. en 6 m.M. dik. Zij zijn in blikken doosjes verpakt bevattende 100 stuks, in den regel in zaagsel gezet en met een vilten lapje gedekt. Het slaghoedje van gram draagt den naam van gloeiïngspa- troon; het is in het bijzonder ingericht voor ontsteking met behulp 876

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 10