Van draaischijven, welke vooraf zoo worden gesteld, dat derails
niet meer in het verlengde van die op de spoorbaan gelegen zijn,
vernielt men de ijzeren spil, waarvoor men ongeveer 1 K.G. spring-
gelatine noodig zal hebben.
Eene locomolief wordt onbruikbaar gemaakt door eene lading van
3 a 1 rolletjes op den zuigerstang tot ontploffing te brengen; een
wagon door de patentbus voor de as met eenzelfde hoeveelheid
springstof te vernielen.
Gelijktijdig met de vernieling van den spoorweg zal de telegraaf
lijn daarlangs over minstens 500 M. moeten worden vernield. Voor
houten telegraafpalen van 25 a 30 c.M. dikte neemt men liefst eene
boorlading van <100 gram springgelatine (1 rolletje en 1 voorslag
patroon) en anders eene vrijliggende lading van 1H K.G.; voor
ijzeren telegraafpalen van 12 c.M. dikte is 700 gram springgelatine
als vrijliggende lading voldoende. Men moet niet vergeten de ladingen
steeds goed op te stoppen en de lengte niet grooter dan de halve
omtrek te maken. Nadat de palen doorgeslagen zijn, worden de
draden doorgesneden en verwijderd.
Voor het vernielen van ijzerconstructies, zooals spoorwegbruggen,
lichttorens e. d. wordt uitsluitend van vrijliggende springgelatine-
ladingen gebruik gemaakt, tegen de deelen in één doorsnedevlak
gelegen. Dit doorsnedevlak moet zoodanig worden gekozen, dat
alle dragende deelen worden doorgeslagen en dat het neerstortende
deel der constructie niet wordt teruggehouden of belemmerd door
gedeelten, die blijven staan of niet doorgeslagen zijn. In den regel
zal de stand van het vlak min of meer hellend zijn. Bij het aan
brengen dier ladingen zal het volgende in acht moeten worden
genomen
1. De ladingen moeten met linnen band, bindgaren, ijzer-of koper
draad stevig en goed aansluitend tegen de te vernielen deelen wor
den bevestigd, waarbij men veelal houten vulstukken zal moeten
benutten om de ladingen flink tegen het ijzer aan te drukken.
2. Zoo eenigszins mogelijk worden de ladingen in een of meer
bussen gedaan, daar het bevestigen dan vergemakkelijkt wordt, terwijl
dan ook het wegslingeren van niet tot ontploffing geraakte rolletjes
springstof vermeden wordt.
3. De ladingen moeten zoo worden aangebracht, dat het te ver
nielen voorwerp in zijn geheel den grootst mogelijken weerstand
biedt tegen verplaatsing in de richting van den slag; het deel, dat
door de lading moet worden weggeslagen, moet echter aan deze
beweging den minst mogelijken weerstand bieden.
885