om aan den grooten weg te blijven, in het zijterrein gedrongen wordt, berooft met één slag de brigade van al haar treinen. Ons leger zal alléén dan de overwinning kunnen bevechten i\ wanneer het een gemakkelijk te hanteeren eenheid is, zóó gemakke lijk hanteerbaar, dat het niet geslagen wordt, alléén doordat de tegenpartij het van een grooten weg afmanoevreert. Waar een Europeesch leger nog al eens op den boer kan teren, in elk geval overal gelegenheden tot koken vindt, zijn wij zonder trein onbehol pen en spoedig au bout de notre latin. Trouwens in den aanvang van den Europeeschen oorlog ging het net zoo, als het bij ons zal gaan. In Marcel Dupont „En campagne" lezen wij het dagboek van een jong cavalerieofficier, die 28 Augustus op weg is om zich bij zijn regiment te voegen en die den weg bezaaid vindt met paardenlijken: „Pauvres bêtes. 11 y a un mois dans l'écurie bien tenue de leur quartier d'artillerie, elles étalaient leurs croupes larges et brilliantes. Aujourd'hui leur corps raidis portent les traces de toutes les misères. Le poil enlevé en maints endroits laisse voir les chairs mises a vif par les blessures du harnachement Je me demande comment tant de chevaux ont pu tomber au bout d'un temps de campagne ainsi court". Ik breng hier even in herinnering, dat na een vijfdaagsche leger- manoeuvre bijna bij alle bataljons de paarden van de Madsen- geweerafdeelingen nagenoeg zonder uitzondering gedrukt waren. Van de paarden van de treinafdeelingen kwam een belangrijk ge deelte onbruikbaar thuis. En nu moet men hierbij bedenken, dat de marschen niet groot waren. Dat er steeds wordt gemarcheerd met in achtneming van de reglementaire rusten 2). Dat de intendance overal gras en padi had bijeengebracht. Hij, die den oorlog kent, zal begrijpen, dat, wanneer de brigades zullen marcheeren tegen een werkelijken vijand, in een streek, waaruit de bevolking uit vrees voor vriend en vijand met have 1). Want uit den heerschenden oorlog kan o. i. gerust de les worden getrokken, dat de God der heerscharen niet meer is met de groote batal jons. maar met den kundigsten veldheer. 2). Tijdens den opmarsch van het Duitsche leger door België leest men voorbeelden van regimenten, die 50 K. M. per dag aflegden en die zonder rust doormarcheerden van 5 uur 's morgens tot 1 uur n. m., d. i. 8 uren. 916

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 50