Uit de Proctijk,
De dmangorbeider.
Degenen, die vele jaren buiten zijn geweest, hebben kunnen con-
stateeren, welke een nuttig, ja zelfs onmisbaar „artikel" de dwang
arbeider is. Het is verwonderlijk, hoe die menschen het met zooveel
K. G. op hun schouders zoolang kunnen volhouden en zij gaan
waarachtig nog graag mee ook, hoewel zij het op patrouille toch
heusch niet gemakkelijk hebben. En 't goede humeur wordt vrij wel
bewaard
Hoe wordt evenwel dit kostbare materiaal gekleed en gevoed?
In de eerste plaats is het aantal stellen kleederen, dat zij ontvan
gen (2 stel per jaar), beslist onvoldoende, tenminste voor Borneo,
waar een patrouille van 3 maanden lang geen zeldzaamheid is,
om niet eens te spreken van de excursies in de richting van Boelon-
gan en van de Tidoengsche landen, die daar 6 maanden lang
blijven ronddwalen.
Degenen, die het Borneosche terrein en de Borneosche boschpa
den, vol doornige rottanslingers enz kennen, zullen het wel met
mij eens zijn, dat de kleeding tijdens een excursie ontzettend te
lijden heeft en menig dwangarbeider loopt dan ook somtijds met
een stee kleeren aan het lijf, waar een landlooper z'n neus voor
zou optrekken.
Als ik me niet vergis, heeft collega Sierevelt in het 1. M. T. reeds
over de korte spreien der dwangarbeiders geschreven. Het kan
evenwel geen kwaad, wanneer 't nog eens ter sprake wordt gebracht
en de inconsequentie hiervan aangetoond, alsof een dwangarbeider
volstrekt kleiner van stuk moet zijn, dan de gemiddelde Inl. of Amb.
fuselier.
Wat hun voeding betreft, ik geloof, dat daarover niet te klagen
valt. De V. I voor den dwangarheider uitgetrokken lijkt mij zeer
zeker voldoende en zij worden op excursie in den regel op gelijke
wijze gevoed als de militairen Ik heb het tenminste hier op Borneo
nooit anders meegemaakt. Maar! Waarom nu weer den dwang
arbeider zulke onmogelijk kleine veldflesschen gegeven? Ik heb reeds
gemeld, dat zij zoo taai met hun zware vrachten blijven volhouden.
Nog kort geleden heb ik met een patrouille geloopen van's morgens
6 tot 's middags 23h uur; m'n dwangarbeiders pikelden flink mee,
922