Een cavalerieaanvoerder, te beginnen met den pelotonscommandant
behoort ten allen tijde aan het hoofd van zijn afdeeling. Aan onze
onderofficieren kan toch, onder behoorlijke controle natuurlijk het
politietoezicht gedurende den marsch wel worden opgedragen.'
Hiermede ben ik aan het eind gekomen van enkele door mij
vluchtig genoteerde opmerkingen, die, hoop ik, eenige gedachten-
wisseling tot resultaat zullen hebben.
Samarkilang, October 1917.
K. G. W. Van Wassenaer,
Eerste- Luitenant der Huzaren ged. b.h. Korps Maréchaussée.
928