üaii Alles Wal De begrooting. Zonder in details te treden volgt hier een korte beschrijving van de wijze, waarop de Indische Regeering de beschikking krijgt over de millioenen, benoodigd om voor den tijd van één jaar, het haar toevertrouwde pand te beheeren. De bevoegdheid tot de koloniale wetgeving is toegekend a. aan de wetgevende macht in Nederland, b aan de Koningin met Hare ministers, c. aan de Indische Regeering. Gouverneur-Generaal met den Raad van Indië, voortaan den Volksraad). Deze volgorde is niet willekeurig, en wel, omdat de onder a ge noemde de eerste stem in het kapittel heeft, met dien verstande, dat alles, dat ingevolge wettelijke voorschriften door de wet moet worden geregeld, niet door de wetgevers, genoemd onder b en c mag geregeld woorden. De producten van wetgeving, die ontstaan door samenwerking van de Staten-Generaal met de Kroon (de Koningin en ministers) heeten wetten; de Kroon vaardigt Koninklijke besluiten uit, terwijl de Indische Regeering z. g. ordonnanties of gouvernements besluiten in het leven kan roepen. Al deze voortbrengselen van wetgevenden arbeid heeten alge- meene verorderingen. De begrooting nu wordt bij de wet vastgesteld door de wetgevende macht in het Moederland In het algemeen worden voorstellen tot het regelen van een be paalde zaak gedaan door den betrokken minister, namens de Koningin. Laten we nu onze begrooting eens volgen van hare geboorte af tot op het oogenblik, dat zij voorgoed in de archieven wordt op geborgen. Op 1 Januari worden door de Hoofden der Departementen in Indië voor de begrooting van het volgend jaar ingediend: Ie. aan den Gouverneur-Generaal een lijst van nieuwe en gewij zigde begrootingsposten, 2e. aan den Directeur van Financiën een ontwerp bijdrage voor de ontwerp begrooting. Deze ontwerpen vormen den grondslag der begrooting. Die van oorlog wordt dus door den Legercommandant ingediend, en op gemaakt door de Ve afdeeling van het D. v. O. 929

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 63