betreffende de mid
delen in Nederland,
9°. t/m 11°. als vermeld onder 6°. t/m 8°. voor de uilgaven in Indië
(Hoofdstuk II der uitgaven),
12°. raming voor het volgend jaar
13°. verschil tusschen de ramingen voor het
volgend jaar en het loopend jaar
14°. opbrengst in de vijf jaren voorafgaande
aan het loopend jaar tegenover de
raming voor het volgend jaar
15°. t/m 17°. als vermeld onder 12°. t/m 14°. voor de middelen in Indië.
Na 1 Mei mogen alleen in zeer dringende gevallen voorstellen,
die op de begrooting van het volgend jaar van invloed zijn, nog
worden ingediend.
Dergelijke voorstellen worden, wanneer de Minister er mede
accoord gaat, doch te laat ontvangen worden om in de eigenlijke
wetsvoorstellen te worden opgenomen, bij nota's van wijziging der
Staten-Generaal aangeboden.
Andere dringende aangelegenheden, waarmede niet kan worden
gewacht tot een volgende gewone begrooting, worden behandeld
bij een z. g. aanvullingsbegrooting.
Zoo spoedig mogelijk wordt nu het inmiddels gedrukte ontwerp
begrooting behandeld in de z. g. begrootingsvergadering, waaraan
onder voorzitterschap van den G. G. alle hoofden der departemen
ten deelnemen, en evenwicht gemaakt moet worden tusschen de
gewone uitgaven en ontvangsten. Het definitieve ontwerp wordt
op deze vergadering vastgesteld en ten spoedigste den Minister
aangeboden.
Het spreekt vanzelf, dat, wanneer op deze vergadering blijkt, dat
de uitgaven de inkomsten belangrijk overtreffen, hetgeen vrijwel
altijd het geval is, dat de niet urgente verhoogingen geschrapt
worden. Het hangt dan ook dikwijls af, hoe of een departementschef
voorgestelde verhoogingen weet te verdedigen, of deze in het ont
werp zullen worden opgenomen.
Zoodra de Minister het ontwerp heeft ontvangen, wordt dit
in Den Haag nog eens nagegaan, waarbij de noodig geachte verande
ringen aangebracht worden, en zendt hij vóór 15 Juli het ontwerp
naar den Raad van State ter adviseering om op den 3en Dinsdag in
September na de opening der Staten Generaal de wetsontwerpen
aan de IIe Kamer aan te bieden.
Feitelijk bestaat de Indische begrooting uit vier wetten, n.l. uitgaven
in Nederland, uitgaven in Indië, ontvangsten in Nederland en ont
vangsten in Indië De eersie en derde zijn natuurlijk van minder
gewicht, omdat de daarop uitgetrokken bedragen bij vergelijking
met die der beide anderen zeer gering zijn. Ieder hoofdstuk wordt
onderverdeeld in afdeelingen, overeenkomende met de departementen
van algemeen bestuur, iedere afdeeling in onderafdeelingen en
deze weer in artikelen
Zooals wij gezien hebben, is dus het ontwerp der Indische be
grooting aan de lle Kamer der Staten-Generaal ingediend en hangt
het nu maar van het oordeel der Kamer af, of de Minister zijn
ontwerp ongeschonden als wet terug krijgt. Nu is het een geluk bij
931