een ongeluk, dat de vroede vaderen in de Kamers zich over het al gemeen voor de Indische begrooting niet erg warm maken. Als gewoonlijk bleek ook dit jaar de belangstelling maar heel matig, de debatten waren vervelend en zonder eeni- ge wijziging werd de begrooting met algemeene stemmen in de He Kamer aangenomen" lazen wij in Maart in de Indische bladen. Wel worden de begrootingsontwerpen precies behandeld als gewone wetsontwerpen, maar toch komt hier een machtige factor extra bij. Deze ontwerpen n 1., vooral die der staatsbegrooting, worden altijd aangegrepen om het beleid der ministers aan te vallen, en hebben de kamerleden in de begrooting een machtig wapen om een minis ter, die naar hun oordeel niet langer kan aanblijven, door het afstemmen zijner begrooting te dwingen zijn ontslag te vragen. Nu loopt dit gewoonlijk bij de Indische begrooting niet zoo'n vaart, ook alweer omdat de belangstèling in de koloniale zaken vrijwel beneden peil is. Vandaar dat, wanneer de Minister van Koloniën een post op de begrooting heeft gebracht, men vrij zeker kan zijn, dat deze er door komt ook. Volgen wij nu de ontwerpen op hun verderen weg. Zoodra de lie Kamer weer bijeengekomen is, verdeelt zij zich bij loting in vijf afdeelingen of sectien; ieder dus van 20 leden. Deze 20 leden kiezen een voorzitter en een rapporteur. De ingekomen wetsont werpen worden in de afdeelingen gebracht en aldaar becritiseerd. De gemaakte bedenkingen worden door de rapporteurs genoteerd, terwijl ook van verschillende geuite wenschen nota genomen wordt. Is nu het ontwerp in de afdeelingen voldoende bekeken, dan komen de vijf rapporteurs bijeen, vergelijken de gemaakte opmerkingen en maken daarvan één geheel, het z. g. voorloopig verslag. Dit voorloopig verslag bevat dus, hetgeen de leden op het ontwerp hebben aan te merken en de inlichtingen, die door hen worden gevraagd De Minister ontvangt dit verslag, ziet daar ai dadelijk uit, of zijn geesteskind al dan niet welwillend wordt ontvangen, en geeft nu op de gedane vragen een antwoord, onder weerlegging van geopperde bezwaren in een nota, de memorie van antwoord. Deze memorie wordt eveneens in de afdeelingen besproken en vinden de leden, dat de Minister onvolledig is geweest, dan volgt soms nog een tweede „voorloopig verslag", waarop van den Minister een nadere memorie van antwoord volgt. Is men eindelijk zoover, dat het ontwerp voldoende van alle zijden is belicht, dan wordt door den griffier der Kamer of door een der rapporteurs het z. g. eindverslagopgemaakt en is het ontwerp rijp voor de „openbare behandeling"De vijf voorzitters der afdeelingen, die met den voor zitter der kamer de z. g. „centrale sectie" vormen, maken eerst uit, in welke volgorde de diverse ingediende wetsontwerpen in openbare behandeling zullen komen. Bij deze openbare behandeling worden de ontwerpen artikelsgewijze behandeld, waarbij de Minister tegenwoordig is om gemaakte be denkingen te weerleggen, inlichtingen te geven, kortom zijn ontwerp te verdedigen. Zooals bekend heeft de lie Kamer het recht van amendement en kan dus wijzigingen aanbrengen, die de Minister 932

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 66