spoedig mogelijk na de afkondiging der begrooting kunnen worden
uitgevaardigd.
Hierin ligt m. i. een vingerwijzing, dat men in Indië er op ver
trouwt, dat in hel den Minister toegezonden ontwerp geen ingrij
pende veranderingen meer zullen worden, gemaakt.
Verder moet nog een belangrijk werk worden gedaan. De wet
gever in Nederland heeft nu wel de fondsen toegestaan, doch hij
wenscht t.g.t. ook te weten, of deze behoorlijk zijn besteed, m.a.w.
de departementschefs moeten nu aantoonen, dat zij volgens de wet
hebben gehandeld.
Nog één jaar na dat, waarvoor de begrooting geldt, kunnen uit
gaven ten laste dier begrooting worden gedaan.
Daarna worden door ieder departementschef in den geest der
bijdragen voor het ontwerp, staten op gemaakt, aangevende de
ramingen en de werkelijke ontvangsten en uitgaven. De Directeur
van Finantiën maakt hierop een verzameling, de begrootingsrekening,
waarna deze rekening wordt geverifieerd door de Algemeene
Rekenkamer. Na drie maanden zendt dit college de geverifieerde
rekening aan den G. G. vergeze!d van haar verslag, bevattende
de verschillende op- en aanmerkingen op het beheer der departe
mentschefs.
De G G. biedt de rekening met het verslag den Minister aan,
deze maakt een algemeene afrekening op en zendt die vóór ultimo
van het 2e jaar, volgende op dat, waarvoor de begrooting heeft
gediend, met een voorstel „tot vaststelling van het slot van rekening"
aan de He Kamer. De bedoeling hiervan is, dat de Staten-Gene
raal op het gevoerde beheer controle willen uitoefenen, doch de
practijk is, dat laatstgenoemd voorstel zonder eenige discussie
wet wordt. Immers de Kamers hebben geen tijd om die rekeningen
nog eens na te pluizen. Is dan ook dit wetje eenmaal in het
staatsblad afgekondigd, dan verdwijnt onze begrooting in de archie
ven en heeft zij haar taak volbracht.
v. D. B.
Ouer duurzame uersterfeiDgen in bergterrein.
Van den schrijver ontvingen wij eene door de Koninklijke Mili
taire Academie te Breda uitgegeven monographic over versterkingen
in bergterrein. Deze monographic, welke bestemd is ten gebiuike
bij het onderwijs in de duurzame versterkingskunst, is niet in den
handel, zoodat zij in slechts beperkten kring bekend zijn kan, het
geen voor ons eene reden te meer is om er de aandacht op te
vestigen. In het algemeen moge het geen gewoonte zijn monogra-
piën als deze in een tijdschriftartikel te bespieken, doch in het
onderhavige geval meenen wij wegens het belangrijke onderwerp
van deze gewoonte te mogen afwijken.
934