daarom in brisante- en niet-brisante springstoffen. Buskruit is een niet-brisante springstof, omdat de gasvorming in een betrekkelijk lang tijdsverloop plaats heeft; springgelatine, dynamiet, pikrinezuur, ecrasiet enz. zijn daarentegen brisante springstoffen. Deze laatste kunnen zoowel ontbranden als ontploffen. Heeft verbranding plaats, dan ontstaat eene geringe hoeveelheid gas onder afzetting van' vaste stoffen (roet); daarentegen wordt bij ontploffing eene zeer groote hoeveelheid gas ontwikkeld in een uiterst kort tijdsverloop. Bij verbranding valt op de omgeving geen bijzondere uitwerking waar te nemen; bij ontploffing worden onmiddellijk tegen de springstof gelegen voorwerpen verbrijzeld. Hoe meer springstof in eens tot ontploffing wordt gebracht, hoe meer de verbrijzelingssfeer toeneemt. Het niet=brisante buskruit, kan alleen ontbranden; dit ontbran den geschiedt evenwel zeer snel; waardoor men abusievelijk van ontploffen spreekt. Eene hoeveelheid van 40OD K.G. buskruit verbrandt in eene besloten ruimte in slechts 1/100 seconde Er wordt eene zeer groote hoeveelheid gas gevormd, die echter niet verbrijzelend, doch slechts wegduwend werkt; de wanden dier ruimte zullen dus worden vaneengescheurd. Geschiedt de ver branding echter zoo, dat de gassen zich onmiddellijk kunnen ver spreiden, dan ondervindt, de omgeving vrijwel geen uitwerking. Hieruit volgt dus, dat buskruit uitsluitend in goed gesloten ruimten moet worden ontstoken, hetgeen door een vlam, vonk of vuur straal kan gebeuren. Hiervoor werd reeds vermeld, dat de brisante springstoffen kunnen verbranden, hetgeen geschiedt door aanraking met vuur. Slechts slagkwik maakt hierop eene uitzondering; dit ontploft en is alsdan in staat de brisante springstoffen ook tot ontploffing te brengen. De springstoffen kunnen in de ondervolgende hoofdgroepen worden verdeeld: A. Springstoffen bestaande uit één chemische stof, die bij de ontploffing geheel in gasvorm overgaat. Hiertoe behooren schiet katoen, nitroglycerine, pikrinezuur, ecrasiet, poudre Favier, fulminaten als slagkwik, slagzilver en slaggoud, enz. B. Springmiddelen, bestaande uit nitroglycerine vermengd met eene andere stof. Hiertoe behoort b. v. kiezelgoerdynamiet (nitroglycerine opgeslorpt in eene onwerkzame stof), cellulose-dynamiet, meganiet en rhexiet, carboniet (nitroglycerine opgezogen in respectievelijk fijnverdeelde houtvezels, houtmeel en natronsalpeter, dus in eene werkzame nevenstof), schietkatoendynamiet, springgelatine, gelatine- 872

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 6