Duurzame versterkingen hebben in de toekomst in het algemeen
slechts recht op bestaan, wanneer zij deel uitmaken van een voor
bereid slagveld voor het veldleger.
Alleen die maatregelen, dus ook duurzame versterkingen, welke
leidden tot begunstiging van de strategische op^ratiën van het veld
leger, bleken van groote waarde. Een op de juiste plaats aangelegde
strategische weg of spoorbaan ongetwijfeld te beschouwen als een
vorm van duurzame landversterking-kan voor het einddoel van
grooter waarde zijn dan een kringvesting, die, hoewel in naam eene
belangrijke stad van het rijk beschermende, in werkelijkheid aanlei
ding kan geven tot een bombardement van deze, met als eindresul
taat de overgave en dus eene moreele overwinning voor den aan
valler.
Een nadeel, aan deze opvatting verbonden, is, dat men tevoren
niet steeds kan uitmaken, waar het veldleger zal optreden, daar
zulks in hooge mate afhankelijk is van de maatregelen der tegen
partij
Het aanleggen van duurzame versterkingen op alle plaatsen, waar
men slechts eenigszins vermoedt, dat het veldleger zal optreden,
zou het doel voorbijstreven; men bedenke daarbij bovendien, dat
nog altijd geldt het woord van Moltke „Der Feind hat stets drei
Möglichkeiten und wahlt dann die Vierte".
Ook is gebleken, dat in veldversterkingen groote weerstand kan
worden geboden, mits men slechts over een voldoend aantal troepen
en anonnen beschikt om de onvolmaaktheid der versterkingen te
compenseeren.
Men zal zich dus bij het aanleggen van duurzame versterkingen
moeten beperken tot het hoogst noodzakelijke, terwijl men dan nog
op den voorgrond moet stellen, dat de versterkingen zijn voor het
leger en niet omgekeerd.
Voor toekomstige reorganisaties is te verwachten, dat men in
het algemeen de vaste bezettingstroepen zal laten vervallen, behalve
voor enkele kleinere stellingen, welke als sperversterkingen (ook
aan zee) zijn te beschouwen, dat men voor stellingen, waarin het
veldleger moet optreden,-de bevelvoering zal regelen naar die van
de daarin optredende troepenmachten.
Men zal slechts slagvelden voorbereiden, welke het veldleger naar
behoefte gebruikt, dus c.q. ook niet gebruikt.
Dit neemt niet weg, dat in enkele stellingen reeds afdeeligen van
het veldleger aanwezig kunnen zijn, voordat aanraking met den
vijand verkregen is. Deze troepen kunnen dan de opdracht hebben
als voorposten een gekozen gevechtsterrein te verdedigen tot de
aankomst van de hoofdmacht, doch ook om met geringe krachten,
in de permanente stelling een vasthoudende groep te vormen,
met het doel de hoofdmacht de gelegenheid te geven buiten de
stelling den hoofdaanval te verrichten
Eyenzeer dient in elke stelling een kern van personeel aanwezig
te zijn, zoodat de voorbereidingen in vredestijd goed tot haar recht
kunnen komen.
Hoewel de schrijver uitdrukkelijk verklaart, dat het zijne bedoe-
936