ling is alleen eene technisch-tactische toepassing te geven op eene aan de Koninklijke Militaire Academie aanwezige krijgsspelkaart en niet om aanwijzingen te geven voor de meest gunstige opstelling bij de verdediging van Java, noch om eene zekere sterkte en sa menstelling van het Indische Leger te bepleiten, is zijne oplossing van veel belang ook voor onze landsverdediging. De sterkte der tegenpartij, waarvan hij uitgaat, ong. 4 divisiën, schijnt veel, doch is niet overmatig: men vergete niet, dat ruime toepassing van autotrekkracht veel voordeeliger is dan gebruik van paarden, welke ten gevolge van de betrekkelijk groote stalruimte aan boord, de vrij groote reserve er sterven veel paarden gedurende eene zeereis en de voor eene lange reis benoodigde groote hoe veelheid voeder en drinkwater veel meer scheepsruimte eischen dan automobielen Wij gelooven dan ook, dat legers, welke in de toekomst wellicht groote overzeesche expeditiën moeten uitvoeren, er op voorbereid zijn zooveel mogelijk van auto's voor hunne treinen gebruik te maken, waardoor de aldus uitgespaarde scheepsruimte vrij komt voor vervoer van troepen en voorraden. O. a. op grond hiervan achten wij eene sterkte van 4 divisiën voor den veronderstel den aanvaller volstrekt niet overdreven veel; het is trouwens voorzichtig eene tegenpartij, ook wat hare getalsterkte betreft, niet te onderschatten. Alleen zou men de vraag kunnen stellen, of het waarschijnlijk is, dat de tegenpartij met 4 divisiën verschijnen zal, wanneer voor de verdediging van Java beschikbaar zijn minstens 6 divisiën en dan nog divisiën van 18 bat. inf. elk. Wij zullen deze verhouding tusschen aanvaller en verdediger verder buiten beschouwing laten, doch alleen de aandacht vestigen op de wijze, waarop de schrijver zich de versterking van eene stelling tusschen den G Tampomas en den Pr. Lemahbeureum voorstelt en waarin eene divisie zich tegen eene drievoudige overmacht moet handhaven in afwachting van de aankomst van de eigen hoofdmacht. Alleen de noordelijke sector gelegen tusschen den G. Tampomas en de Tji Tjaneang wordt behandeld en uit de figuur blijkt, dat voor eene duurzaam bevestigde stelling van ong. 7,5 KM. lengte bestemd zijn 6 bat inf., 48 mitr., 12 veldkan 6 veldhouwitsers, 3 bergstukken en 1 comp. genietroepenbovendien zijn 20 kan. van 7,5 cM. in kazematopstelling aanwezig. Wij wijzen hier op de verhouding tusschen lengte van de stelling en de sterkte der voor de bezetting bestemde troepen, eene geheel andere dan vredesoefeningen ten onzent veelal te zien geven en dan is deze stelling nog duurzaam versterkt. Evenwel hadden wij, behalve de mijnwerpers, meer worpgeschut verwacht. Ten slotte treedt de monographie in bijzonderheden over de in richting van een steunpunt der beschreven stelling. Hiermede eindigen wij onze bespreking, hopende, dat de schrij ver der monographie tijd en gelegenheid moge vinden tot het samenstellen van een meer uitgebreid en in den handel verkrijgbaar werk over duurzame versterkingen in bergterrein P. 937

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 71