op hen eindelijk, die zich in het bijzonder voor Atjeh interesseeren, het land, welks pacificatie aan zoovele officieren en soldaten het leven heeft gekost en waarvan Petjoet, het vermaarde Atjehkerkhof, een te welsprekende getuigenis aflegt. Nog altijd heeft de naam Atjeh een bijzondere klank, nog zijn er zeer velen in leven, die Aijeh's woeligste jaren hebben meegeleefd, de schare wordt echter kleiner Ook Atjeh heeft zich ten slotte ge schaard in de rij der overige gewesten van ons Grooter Nederland, en doet die naam niet langer eenig en alleen denken aan krijgs bedrijven. Wij leven snel. Ook de voor goed afgesloten Atjeh periode dreigt door de elkaar met verbluffende snelheid opvolgende wereldgebeur tenissen in 't vergeetboek te komen en daarmede de mannen, die Atjeh hebben gemaakt tot wat Atjeh nu is, de mannen, die in het Leger een onbegrensd vertrouwen hebben gegrondvest, dat kleine Leger, dat het ruggemerg is van ons gezag in deze uitgestrekte landen, welk Leger straks weer het ruggemerg zal zijn van een grooter Leger, waarop de goede soldateneigenschappen, in de Atjeh- school gekweekt, zullen moeten worden geënt. De naam van Darlang moet dan aan de vergetelheid worden ontrukt. Hem komt een herinneringsteeken toe naast dat van mannen als Vis, Webb, Campioni en Scheepens, te wier nagedachtenis op Petjoet gedenkteekens zijn opgericht. Een krachtige steun mocht ons daarbij geworden van de zijde van Zijne Excellentie den Luitenant-Generaal H.N.A. Swart, Civiel en Militair Gouverneur van Atjeh en Onderhoorigheden, die welwillend het Eere-voorzitterschap van ons Comité heeft aanvaard. Ondergeteekenden vermeenen dan vrijmoedig een beroep te mogen doen op U allen om aan de verwezenlijking van dat plan te willen medewerken, waartoe inteekenlijsten zullen worden rondgezonden. BANDOENG, den len December 1917. P. W. Ockerse, Kapitein-v iegenier, J. Engelbert van Bevervoorde, Kapitein-vliegenier, P. T. DE Jongh Swemer, Kapitein der Infanterie. 945

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1917 | | pagina 79