„Als algemeene regel geldt, dat, behoudens bij de vervolging tot het
bewaren van afstanden de kleinere afdeelingen zich regelen naar de
grootere en dat verbindingsrotten of verbindingsinanschappen, welke
tusschen de verschillende afdeelingen marcheeren tot het houden
van verband, worden gegeven door de afdeeling, welke volgt."
Wat is hier te lezen of (om het op z'n tactische-oefenings uit te
drukken) wat staat daar? Dat
a. de verbindingsrotten (m11.) tusschen hoofdmacht en hoofdtroep
(hoofdtroep en voortroepvoortroep en spits) worden gegeven door
eerstgenoemde afdeelingen.
b. de verbindingsrotten (m11.) tusschen hoofmacht en hoofdtroep
der achterhoede (hoofdtroep der achterhoede en achtertroep; achtertroep
en achterspits) worden gegeven door /aafstgenoemde afdeelingen.
c. tusschen hoofdmacht en hoofdtroep der flankdekking (hoofd
troep der flankd. en flanktroep, enz.) geen verbindingsrotten (mn.)
marcheeren; evenmin tusschen spits en doorzoekingspats., voortroep
en zijpats., enz.
Thans moeten steeds de kleinere afdeelingen de v. rn. geven, het
geen m.i. minder goed is, omdat:
le (bij een frontmarsch in de voorhoede) de verbindingsmenschen,
die een weinig courage hebben, de makkers hunner sectie, hunner
groep te hulp zullen snellen, zoodra dezen in actie komen, zoo
dat dan het verband pardoes naar de maan is.
2e (bij een frontmarsch in de achterhoede) sommige verbindings
menschen, die het vóór een weinig ongezond vinden, naar hunne
afdeeling zullen gaan en dus ook het verband met de achterhoede
verloren gaat. [Men zal mij willen tegenwerpen: „slechte geest",
„slap moreel" of een dergelijken dooddoenerdaarop antwoord ik
„De troep kan im groszen ganzen goed zijn, doch in elk leger, in
eiken troep bevinden zich personen, als de door mij ad 2e be
doelde; moed is een kwestie van wennen, temperament, zenuwen
en omstandigheden; alle theorie daarover is grauw.
3e (bij eventueel verzamelen op hoofdmacht, hoofdtroep, enz.) ieder
geneigd zal zijn en dan ook werkelijk als plicht heeft te verzamelen bij
zijn commandant, waardoor dus ook al het verband verloren gaat.
4e het geven van verbindingsrotten door de kleinere afdee
lingen deze geheel onnoodig verzwakt. De spits bv. is hoogstens
1 sectie sterk. Eenmaal deze sterkte noodig achtende, kan men
daarvan niet weer 8 man gaan afnemen om den afstand van
500 M. tot den voortroep te onderhouden.
5e bij de door mij voorgestane manier, n.l. verb, rotten (mn.)
14