te geven door de grootere afd". het steeds verband houden naar de makkers, dus naar de afdeeling, waar de verb, menschen vandaan kwamen, 't gemakkelijkst is te leeren. De heer Treffers behandelde in de Aug. afl. van dit tijdschrift (blz. 537 e.v.) de quaestie der verbindingsrotten. Ik heb tegen de door hem aangegeven methode de volgende bezwaren a Hij wenscht den afstand tusschen de rotten 50 M. Ik zoude dien voorgeschreven willen zien als te zijn WO M., terwijl ze bij kronkelwegen zich hebben te splitsen uit eigen beweging in verbin- dingsmanschappen, die 50 M. afstand houden. Gaat de marsch van den aanvang af langs kronkelwegen of door bedekt terrein, dan neme men reeds dadelijk verbindingsmanschappen, die men op 50 M. (of minder) laat marcheeren. De methode van den heer T. vergt te veel menschen voor den verbindingsdienst. Hij zal mij wellicht willen tegenwerpen, dat bij de door hem voorgestane afstand en sterkte het gemakkelijker zal vallen, mondelinge of schriftelijke be richten over te doen brengen door 1 man, terwijl de andere den verbindingsdienst blijft doen, doch daarop antwoord ik Ie dat daarvoor de verbindingsmanschappen niet bestemd zijn, althans niet dan bij uiterste noodzaak; immers voor de berichtenoverbrenging zijn er andere elementen; en 2e dat bovendien een zoodanige be richtenoverbrenging voor den man veel te vermoeiend is. Reeds vaak zag ik, bij verschillende C'eën den verbindingsdienst beoefenen, en de hoofdschotel was dan vaak het overbrengen van mondelinge of schriftelijke berichten. Dat men dit laatste een enkele maal beoefent, soit! Het kan voor komen, dat men geen andere elementen voor de berichtenoverbrenging bij de hand heeft. Maar dat is grööte uitzondering en dus moet de beoefening daarvan zulks ook zijn. Bovendien is, herzeg ik, die berichtenoverbrenging voor de ver bindingsmanschappen te vermoeiend. Een klein rekensommetje toont zuiks aan. Afstand WO M. Afstand verb, rot a naar verb, rot b 100 M.a is het voorste; een der manschappen van a moet dus tot het rot b (beiden in den marsch zijnde) gedurende 2.20 -+- 1.44 seconden looppas doen, waarna hij zijn makker, die hem 100 M vóór is, weer dadelijk moet inhalen. Hierover doet hij 2.20-" 1.4* l31Vi seconden. Alzoo totaal 15J seconden looppas, hetgeen niet geëischt mag wor- 15

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 17