den (R.I.I, punt 25 eischt in maximum 9" secon^en- Afstand 50 M. (die van den heer Treffers). 159 Als dan komt men natuurlijk tot 2 - 80 seconden. Hierbij blijft men dus beneden den eisch; maar men behoeft zulks slechts 2 a 3 keer te doen en de verb, manschappen loopen als slakken. We zijn hier in de tropen, laten we dit niet vergeten. Ik herhaal nogmaals het bovengemelde: de verbindingsrotten zijn niet in de le plaats voor de berichtenoverbrenging bestemd, tenzij door teekens. b. Het tweede bezwaar, dat ik tegen het artikel van den heer T. heb, is de uitdrukking „een is geen" in het verband, waarin hij die gebruikt. Zeker, op patrouille of „en sentinelle perdue" is „één géén", maar zulks gaat niet op voor verb, manschappen op 50 M. elkaar volgend en tusschen sterkere afdeelingen loopend? c. In het door den heer T. bedoeld geval (blz 541 onderaan juncto schets) zoude ik zeker niet handelen, zooals die A. B deed. Van twééën een: I èf de frontmarsch (zie noot bij punt 61 oud V. V.) wordt een flankmarsch en de voorhoede dus flankdekking. Alsdan trekt men zijn verbindingsrotten in en handelt overeenkomstig punt 169. De heer T. veroorlove mij hem erop attent te maken, dat, zooals ik reeds hierboven vermeldde, van verbindingsrotten in den marsch- veiligheidsdienst in het nieuwe V. V. alléén sprake is onder het hoofd A. Voorhoede. Een sterke flankdekking, volgt al dan niet evenwijdige zijwegen, welker afstand tot den marschweg van de hoofdmacht precies bekend is. Tot het nauwkeurig behouden der echelonsdiepten zijn dus geen verbindingsrotten noodig. Waar zouden ze trouwens moeten marcheeren? Dwars c oor het terrein? Maar dit gaat toch immers niet! Ze zullen dan al gauw achterblijven. Weliswaar schreef de heer T. zijn artikel, toen het nieuwe V. V. nog niet was verschenen, doch óók het vroegere V. V. eischte geen verb, rotten tusschen hoofdmacht en flankdekking (zie boven), II öf de frontmarsch richting X wordt er een richting Y. In dat geval zoude de A. B. een nituwe voorhoede en kan de oude grooten- deels of geheel vervallen. Vindt die A. B. het een bezwaar, dat de uitgezonden verb, rotten niet spoedig genoeg hun eigen (de voorste) afdeeling zullen bereiken, dan kan hij op 2 manieren handelen, öf hij deele die voorste afdeeling niet in bij de nieuwe voorhoede, öf 16

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 18