zijn, dat punt 178 geheel betrekking heeft op marschveiligheids- dienst bij nacht. De geheele afdeeling III is dus verdeeld in 4 on derafdelingen en n.l. de beveiliging: o. bij nacht (p. 178); b. bij troepenverplaatsingen per spoortrein (p. 179); c. bij idem met voertuigen (p. 1 £0) d. van konvooien (p. 181). Overigens diene men bij punt 180 nog eens het in punt 73 ver melde aandachtig over te lezen. Het in punt 73 vermelde is natuur lijk ook bij oorlogsmarschen van toepassing, voorzoover de tactische eischen zulks niet beletten. Voorpostendienst. 182 (1) laatste zinsdeel: Ze moeten den vijand beletten, een inzicht in den toestand te verkrijgen. Mijn hemel, als ik zoo nu en dan de dolle dingen zag, bij oefeningen v.p.d. door kader en manschappen bewerkstelligd, dan vroeg ik mij dikwijls af: Is onze kader-, is onze recrutenopleiding niet veel te kort? Wordt er hier in Indië niet een weinig te veel „doorgestoomd"? (Ik gaf onlangs als voorzitter der examencommissie een aspirant een berisping, wijl hij het spoorwegachtige woord „doorstoomer" gebruikte in antwoord op een mijner examenvragen. Later bespeurde ik, dat dit woord voorkomt onderaan blz. 30 in het officieuse leerboekje „R.v. Kr.", in gebruik bij de kaderscholen). Bij de veldbataljons is tijd noch gelegenheid voor een intense, individueele opleiding. Onze recrutenopleiding is veel te kort, met name die der niet-Europeanen, niettegenstaande de moeite en ijver, betoond door de daarmede belaste officieren en kader. Ook zij kunnen geen ijzer met handen breken. De man, vooral de Javaan, blijve minstens Wi jaar bij het depot bataljon., terwijl het aantal dier bataljons dient te worden uitgebreid. Wat hij dan, als jonge kerel, geleerd heeft, blijft hem zijn geheelen diensttijd bij. Is het niet eigenlijk allerdolst, dat men, noodgedwongen, ook weder in het nieuwe V. V. heeft bevolen [oud punt 124 (2), nieuw punt 215 (2)], dat men den dubbelpost óók heeft te onderrichten in zijn algemeene verplichtingen? Daarvoor is in oorlogstijd geen tijd en de boel loopt spaak, als de man die verplichtingen niet kent. Doch revenons a nos moutons. Het hoofdstuk „Voorpostendient" zit goed in elkaar, beter dan het vorige, mits men nu in 's hemels naam steeds punt 183 voor oogen houde. [Ik houd in 't algemeen.niet van vetgedrukte woorden. Alles in een reglement is van evenveel belang. In de E., Fr., en D. voorschriften komen ze dan ook nagenoeg niet voor]. 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 22