(6). Het gebruik van alcoholhoudende of gegiste dranken is geduren
de den geheelen duur van den marsch aan een ieder verboden, óók
gedurende de rust.
65 (2) Het kunnen weten, of halt wordt gehouden om te rusten.
Hiervoor ware een teeken af te spreken, bv. armen z.w. heffen
en weder omlaag brengen ('s nachts door geven van het desbetreffend
bevel).
7! (5) Het doorwaden van rivieren; draagwijze geweren.
Na „en bandoulière'' ware in te lasschen „kolven beneden
strooms."
75 (2) Meenemen van eetketel en noodration. Zie ook G. H. 55.
78. Indeeling van de marschcolonne. Met de lezing van, dit punt
dient een nauwkeurige lezing van punt 157 gepaard te gaan.
(samenstelling voorhoede). Zie overigens ook G.H. 33 t/.m 35.
83 (l) Nachtmarschen. De tegenwoordige redactie is een aan
merkelijke verbetering, vergeleken met de vroegere redactie van
punt 199 (l), die den troep noodeloos plaagde. Zie ook punt 84
(geheime marschen).
83 (3) Eenvoudige teekens bij nachtmarschen. Voorloopig waren
hiervoor de teekens te gebruiken, die vermeld zijn in punt 304 (5)
van het nog van kracht zijnde Deel II (vroegere) V. V.
83 (14) laatste zin: bij nachtmarschen houden onderdeelen der
colonne niet halt, voor ze geheel zijn opgesloten; punt 65 (1) dus
niet van toepassing; 65 (2) en (3) natuurlijk wèl.
Bij de oorlogmarschen komt, na punt 92, in tegenstelling met de
vredesmarschen, geen afzonderlijke afdeeling voor de „marschen
met voertuigen" voor. Echter vindt men in punt 180 het noodige.
Hst. III Legering.
95 '2) Legering der treinen. Men leze in dit verband ook punt 101.
102 (3) Bevat betreffende het vooruitzenden der kwartiermakers
een zeer goede en den troep meer dan vroeger ten goede komende
regeling. Men verzuime niet die toe te passen. Vgl. ook A.O 1912
no 24 B. IV (5), zooals gewijzigd bij A.O. 1916 no 120. Men
neme voor fourier (dezen tijdens de oefening als hulpmenagemeester
te beschouwen, waartoe I. D. I. het recht geeft), koks, menage
meester en kwartiermaker rijwielen mede, gehuurde dan wel eigen
dom der betrokkenen.
Vgl. ook 102 (1) voorlaatste regel, tegen welker ruime toepassing,
wat het keukenpersoneel betreft, wel geen onzer hoogere chefs be
zwaren zal hebben. Alzoo 5 goede rijwielen (c.q.) inhuren.
12