voorkomende op de in gebruik zijnde nieuwe garnizoenskaarteti: „de blauwgroene kleur op de kaart geeft de hooge en de gele kleur de lage begroeiing aan.". Vermits deze orakeltaal immers er is geen maatstaf voor hoog en laag aangegeven ons niet kan bevredigen, zullen wij ons wen den tot Hoofdstuk X (De Topographische Dienst) van het Weten schappelijk Jaarbericht 1914, uitgegeven door de Indische Krijgs kundige Vereeniging, in welk hoofdstuk het nut, dat de genoemde tinten ons geven, wordt besproken, en waaraan wij het volgende ontleenen „Tot dusverre was als regel aangenomen om schaars bewoonde terreinen, n. 1. enkele verspreid liggende huisjes te midden van tuinen, aan te geven met een lichtgroene tint, terwijl daarin de bewoning door enkele zwarte teekens voor huisjes werd voorgesteld. Met deze gewoonte zal bij de nieuwere kaarten worden gebroken, omdat in het algemeen door het aanbrengen van een tweetal tinten gelegen heid zal worden gegeven voor alle (l) terreinen te beoordeelen, in hoeverre zij gezichtsdekking geven en toegankelijk zijn. Er is n 1. bepaald, dat terreinen bedekt met een hooge begroeiing (bosch, bam boe, glagah, bakoe2enz.) zullen worden overdekt met een blauw groene kleur, terwijl een gele tint de begroeiing met laag gewas (tegal, alang2kreupelhout, gras, enz.) zal aangeven. De zwarte teekens voor de verschillende soorten van begroeiïng blijven daarbij natuurlijk behouden. Met behulp van de tinten voor de begroeiïng zal het mogelijk zijn met een oogopslag op de kaart te zien, welke terreingedeelten ge zichtsdekking verleenen en waar troepenbewegingen door den aard der begroeiïng zijn uitgesloten.' Een hoopvol verschiet wordt ons geopend! Nu blijkt echter njet, hoe de schrijver zich gezichtsdekking, geen gezichtsdekking, toe gankelijk en niet toegankelijk voor troepenbewegingen, in iedere tint gecombineerd, heeft voorgesteld. Het meest waarschijnlijke geval aannemende, geeft de blauwgroene kleur aan, welke terreingedeelten gezichtsdekking verleenen en waar troepenbewegingen door den aard der begroeiïng zijn uitgesloten, en geeft de gele tint aan welke terreingedeelten geen gezichtsdekking opleveren en voor troepen beweging toegankelijk zijn. Raadplegen wij nu de kaart, dan blijkt: 1°. dat alle terreinen, waarop een hooge begroeiïng voorkomt, (1) De cursiveering is niet van mij. 24

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 26