artillerie ingedeeld. Uit de door deze Brigade gevoerde gevechten was zeker iets te leeren omtrent het gebruik der artillerie, ook veel goeds. Eenerzijds zijn echter de mij ten dienste staande gege vens te weinig gedetailleerd, anderzijds zou deze studie door bespre king van het gebeurde bij deze Brigade wel wat langgerekt worden. De 4e Brigade ontmoeten wij weer op den grooten postweg eenige dagen, nadat zij de stelling van Tjiherang Pondok zegevierend is binnengerukt. Zij zal het wezen, die den aanval op de eigen lijke TjiBiNOENGstelling moet doen. Behalve de bij deze Brigade ingedeelde afdeeling veldartillerie, zal ook nog een autotractiebat- terij (4 st. van 7,5 cM. L/30), buiten brigadeverband staande, aan dezen aanval deelnemen. De aanval op de TjfBiNOENGstelling is werkelijk buitengewoon leerrijk; hij levert ons toch meer dan eenig ander bij deze manoeu vres gevoerd gevecht voorbeelden op, hoe noodlottig een verkeerd gebruik van de artillerie is. Hadden we hier voor een werkelijkheid gestaan, de noodlottigheid zou heel wat duidelijker en tragischer aan den dag zijn getreden, vooral waar de aanvaller hier stond tegenover een verdediger, die maatregelen had genomen, waardoor zijn artillerie een zeer ernstig woordje zou hebben meegesproken. Op den 23sten September betrekt de 4e Brigade een bivak nabij Tjiloear (pl. 34 postweg). Aldaar gaat ze den rustdag op den 24sten in, terwijl den 25sten om 7 uur v.m. met den afmarsch uit Tjiloear de actie weer begint. Op den 23sten 's avonds zorgt de cavalerie voor de noodige nadere berichten omtrent de vijandelijke stelling. Zij meldt, wat wij meer ingewijden al zoo wat weten, o a. 2000 man, 2 batterijen, loopgraven in zuidrand Tjibinoeng 3 - zuidrand Tjitjoeroeg 2, aangeleund aan de Sitoe Tjikaret. Ook loopgraven bij paal 30, alwaar vermoedelijk ook een observatiepost in een boom gemaakt. Wij begrijpen alweer direct, dat we hier met de voorposten te doen hebben, en dat zal den Brigadecommandant ook wel niet ontgaan zijn. (Zou de cavalerie in den oorlog ook zulke fijne berichten binnen brengen?). Toen in den namiddag van den 24sten, om 5 uur, de oorlogs toestand weer intrad, roerde de cavalerie van de 4e Brigade zich opnieuw, en bracht om 7 u. n.m. een bericht binnen, waaruit blijkt, dat de bevolking niet voor Rood gevlucht was, en, onze vlag getrouw, een haarfijn relaas had gedaan van al, wat er maar in de stelling van Tjibinoeng te vinden was. Veel nieuws bevat dit bericht voor ons doel niet. Het heet nu: Driesprong paal 29 vooruitgeschoven vijande- 90

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 34