De rechtervleugel des vijands wordt omtrokken en teruggeworpen. Het R. vak des vijands moet worden ontruimd. Tegenaanval op de in het R. vak binnengedrongen troepen. (Inmiddels houdt het L. vak en de bezetting van Tjibinoeng 3 stand. Den aanval op Tjirioeng laten wij buiten beschouwing». Einde van de manoeuvre. Hieronder een schets van de wijze, waarop de artillerie had kun nen worden gebruikt, met een vluchtige motiveering. Hierbij laat ik buiten beschouwing, in hoeverre de maatregelen door den A. B. dan wel door den A. C. worden gelast en genomen. Alle artillerie te samen onder één A. C. Eerste zorg: tijdens de nadering bedwingen van vijandelijke artillerie (het eenige wapen, dat de nadering bemoeilijkt). Hiertoe één batterij in bewakingsstelling. Deze zal tegen elke vijandelijke batterij een sectie kunnen inzetten (kan dus niet meer dan 2 vijandelijke artillerieopstelliiigen bevuren). 1 batterij steunt den aanval op de hoofdstelling (aanvalspunt te bepalen door A. B.). Staat in verbinding met commandant van dien aanval, vermoedelijk den Brig C. Opent het vuur eerst, als eigen infanterie komt onder infanterievuur uit de stelling. 1 batterij steunt den aanval van het omtrekkende bataljon. Aan de zeer moeilijke verbinding dient zeer veel zorg te worden besteed. Van het slagen der verbinding hangt het slagen van de omtrekking af. Is het niet om den rechtervleugel in^te drukken, dan toch om een tegenaanval te smoren (1). Wil de Brig. C. ter wille van de verrassing den rechter vleugel des vijands niet onder artillerievuur nemen, dan zal deze batterij toch aanstonds gereed moeten staan, om de in dien vleugel gedron gen eigen troepen te steunen. Eén van de moeilijkste, onmisbaarste en meest loonende episodes bij den aanval op den rechtervleugel is: het onderhoud van het verband met de artillerie, zoodra de vleugel is genomen. Het doen overbrengen van het vuur op den geslagen vijand. Het onmiddellijk smoren van een tegenaanval door vuur uit die batterij. Zoodra de rechtervleugel is gevallenhernieuwde aanval in front op het rechtervak, krachtige steun door de daaraan toegevoegde artillerie. Het vak valt. (1) Bij den aanval op de TjiHERANG-PONDOKstelling was ik teger. het afzonderlijk steunen van de beide colonnes. Daar had men echter te doen met een kleine, zwak bezette stelling, terwijl van een omtrekking weinig sprake was. 101

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 45