Met den val van het vak komt de batterij, die dezen aanval steunde,
en minstens een sectie van de contrabatterij vrij.
Hier eindigt de manoeuvre. Het is echter duidelijk, dat de A. B.
zijn troepen nu opnieuw groepeeren zal; de aanval zal nu noodza
kelijkerwijze doorgezet worden op het linkervak. Volgt:
Steun van den aanval op het linkervak met vrijgekomen batterij.
De batterij, die de omtrekkende colonne steunde, neemt nu
(enfileerend) den omgebogen rechtervleugel voor haar rekening.
De vrijgekomen sectie aangespannen gereed, om ten spoedigste
mee te kunnen oprukken in de geheel veroverde stelling.
Valt het linkervak, dan is, zoo de infanterie alleen hierin al niet
slaagde, het breken van den weerstand in Tjibinoeng met artillerie
noodig. We kunnen vrijwel aannemen, dat nu een algeheele nieuwe
groepeering met uiterst snel wisselende momenten aan de orde is.
Vanuit de genomen hoofdstelling kan Tjibinoeng 3 geflankeerd
worden. Overigens rukt een gedeelte van de artillerie op in de ge
nomen stelling om alle tegenaanvallen af te slaan. Voorzichtig is het
een batterij in stelling te houden, de genomen stelling bewakend,
om, indien onze troepen teruggeslagen mochten worden, een uitbre
ken des vijands te voorkomen en het hernemen van de stelling te
bespoedigen.
Indien de vijand werkelijk geslagen zou zijn, wat waarschijnlijk
is, daar hij over geen reserves meer beschikt, moet men niet den
ken, dat hij een paar honderd meter terug weer een stelling bezet.
Hij zal zich dan eerst moeten losmaken om zijn strijdkrachten
te reorganiseerenbezet hij achterwaarts weer een stelling, dan
moet ook de aanval geheel gereorganiseerd worden: een nieuwe
manoeuvre.
Men zal uit het hier geschetste verloop zien, dat ik Tjibinoeng 3 eerst
op het allerlaatst aan de beurt liet komen, aangezien het m.i. een
van de laatste objecten van den aanval zal wezendit in tegenstelling
met het werkelijk gebeurde, waarbij Tjibinoeng 3 onmiddellijk door
de batterij bij Nanggewer onder vuur genomen en weer losge
laten is.
(Wordt vervolgd).
J. B. Van der Poll,
Kapitein der Artillerie.
102