tie, een beroepsleger blijven en daarom mogen wij niet riskeeren, dat de geest van het beroepskader, die toch al niet bijster goed is, achteruitgaat. Ook hier zal onze volksaard zich niet verlooche nen en de beste elementen zullen zich niet vrijwillig voor kader vorming melden. Het zullen dan de arme Indo's zijn, die voor kaderopleiding zich melden of door allerlei lokmiddeltjes daartoe overgehaald zullen worden, die een kort verblijf in het leger zullen beschouwen als een middel om zich in het burgerlijke wat naar boven te werken en van tijd tot tijd eens komen dienen, als zij in een dollen kop ontslag uit hun betrekking hebben genomen, ter wijl zij maar al te dikwijls afhankelijk zullen zijn van de onder hen dienende miliciens. Niet, dat ik dien menschen dat voorrecht misgun, maar zij hadden beter vrijwilliger kunnen worden. Daarom is hier, nog dringender dan in Nederland, kaderplicht noodzakelijk (1). Mars. (1) Bij de in te voeren militie is op kaderplicht gerekend. Red, 108

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 52