opstelling anders en kan met 8 stukken van het middelbare geschut boegvuur gegeven worden, met 6 stukken hekvuur en met 11 stuk ken vuur in de breedezij. Het is natuurlijk een quaestie van appreciatie, welke opstelling men zal verkiezen, o. i. lijkt die opstelling de beste, die een krach tig boeg- en hekvuur uit het middelbare geschut bevordert. Het lichte snelvuurgeschut, in hoofdzaak dienende voor het afslaan van torpedoaanvallen bij nacht, is als regel zoodanig over het schip verdeeld, dat in iedere richting vuur afgegeven kan worden. Ten slotte rest ons nog de torpedolanceerinrichting. Deze bestaat tegenwoordig algemeen uit onderwaterlanceerinrichtingen (hoewel ook nog bovenwater inrichtingen voorkomen), daar de groote scherf- werking der moderne projectielen de bovenwater lanceerinrichtingen door hun kwetsbare opstelling vrijwel waardeloos gemaakt heeft, ook wegens het gevaar voor springen van de luchtkamer der torpedo, indien deze getroffen wordt. De opstelling der lanceerinrichtingen zal zoodanig moeten zijn, dat zij in verband met de te verwachten gevechtsvormen de meeste gelegenheid biedt met de minste koersveranderingen te lanceeren. Mees tal komen de lanceerbuizen voor aan de breedezijden, bij enkele schepen treft men een of meer lanceerbuizen aan voor het geven van hekvuur. Ook deze opstelling is een quaestie van appreciatie, waarover reeds vele schrijvers hun licht hebben laten schijnen. Voor ons zij het voldoende te weten, dat de algemeen gevolgde regel nu is, om de lanceerbuizen aan de breedezijden aan te brengen. Hoewel niet direct tot de bewapening behoorende, willen we nog even aanroeren de middelen, die gebezigd worden om de vernieti gende werking van de torpedo's tegen te gaan. Daar de uitwerking van de torpedo bestaat in springwerking onder water tegen het gedeelte van het schip beneden den pantsergordel, hangt zij in de eerste plaats af van den aard en de hoeveelheid der springlading en van den afstand van het springpunt tot de huid van het schip en van den afstand van dit punt onder water. Het streven was dus, wilde men het schip beveiligen, om dit springpunt zoo ver mogelijk van de huid van het schip te verwijderen en daartoe maakt men gebruik van stalen netten, die rondom het schip op behoorlij ken afstand neergelaten worden en die als het ware de torpedo opvangen en ontijdig tot springen brengen. Ten einde toch door deze netten te kunnen heenkomen en het schip te treffen, werd voor aan de torpedo een zeer gevoelig apparaat aangebracht, dat bij zeer 117

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 67