Explosietemperatuur.
Onder de explosietemperatuur verstaat men de temperatuur, die
ontstaat bij de ontleding der springstoffen. Een directe meting
brengt groote bezwaren met zich, vandaar dat bedoelde tempera
tuur slechts door berekening wordt verkregen.
Is de explosiewarmte van een explosiefsysteem per gewichtseen
heid Q kaloriën en de gemiddelde soortelijke warmte c, dan is
volgens de thermochemie:
Voor salpeterkruit is Q 620 kaloriën, en de gemiddelde soor
telijke warmte (c) der verbrandingsproducten, bij konstant volume,
0.185. Hiervoor uit bovenstaande uitdrukking de explosietempera
tuur berekend, geeft t 620 0.185 3350°. Op gelijke wijze
vindt men voor schietkatoen t 5030 tot 6000° en voor nitro
glycerine eene t tusschen 7000 en 8000°.
Bij al deze berekeningen is aangenomen, dat de soortelijke warmte
der gassen onafhankelijk is van de temperatuur. Echter is de soor
telijke warmte c geen konstante, maar een functie van de tempera
tuur. Mallard en Le Chatelier geven voor gassen de volgende
vergelijking:
c a b X t.
Hierin zijn a en b gemiddelde grootheden, welke langs empirischen
weg zijn bepaald. In de gelijkheid Q t X c, bovenstaande in
voerende, krijgen we:
Q at bt2 en hieruit volgt:
t a ^bt en bt2 at Q O,
zoodat t - ~a Vfr^-MbxQ (8)
De beide reeds genoemde onderzoekers bepaalden deze groot
heden bij hun proeven betreffende den gasdruk van gasmengsels en
hebben de volgende waarden voor a en b gevonden:
voor: C02S02 c 6,26 0,0037 t.
H2 O c 5,61 0,0033 t.
N2H202CO c 4.80 0,0006 t.
c is bepaald voor grammoleculen en heeft dus niet dezelfde be-
teekenis als in de formule t bij (7) hierboven.
Indien nu de hoeveelheden der vrijkomende gassen worden voor-
65