de eerste plaats de aandacht van Nederland's jongelingschap op de zee en dan in het bijzonder op het zeeofficierschap te vestigen en in de tweede plaats om te verkrijgen, dat de ouders hunne zoons met voorliefde die loopbaan zullen zien kiezen en hun zelfs die keuze zullen aanraden Die middelen kosten geld, maar zij zullen het kwaad in zijn wortel aantasten en dat is beter dan zijne toevlucht tenemen tot lapmid delen. In „Zoeklichtstralen" worden eenige aanhalingen gedaan uit Duit- sche populaire geschriftjes, waarin verschillende toestanden aan boord van verschillende soorten van schepen worden beschreven. Zij zijn wel interessant om een indruk te krijgen van den geest, welke aan boord heerscht in oorlogstijd. Daarop volgen het vervolgartikel „De bestemming, de organisatie en het gebruik van onze oorlogsvloten in 1599", de „Korte Mede- deelingen" en de Begrooting. Uit deze laatste stippen wij aan, dat de marinebegrooting voor 1918 o.a. bevat gelden in eersten termijn van de voor Nederlandsch-Indië bestemde onderzeebooten K. 14, K. 15 en K. 16 en dat de onder handelingen over den aanbouw van voor den Indischen dienst bestemde onderzeebooten in Amerika afgesprongen zijn, daar de Amerikaansche regeering hare scheepswerven wenscht te reserveeren voor eigen aanbouw en nimmer de aflevering der booten zou toe laten. S. 131

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 81