Een en ander ODer Uerpleging in
oorlogstijd.
In het December-nummer van dit tijdschrift, jaargang 1917, komt
een interessant artikel voor van den Kolonel der Infanterie S. H.
Schutstal van Woudenberg getiteld, „Iets over het trein-
vraagstuk en de verpleging", waarin schrijver de tegenwoordige
formatie van den trein veroordeelt en voor een eenvoudiger samen
stelling van dat legeronderdeel pleit.
Het is wellicht minder aangenaam van iemand van gezag te
vernemen, dat de tegenwoordige organisatie van onzen trein, welke
eerst na jaren nauwgezette overweging aldus is samengesteld, niet
deugt, doch, wanneer men de literatuur over den Europeeschen
krijg, voor zoover bekend, raadpleegt en voorts te rade gaat met
de ondervindingen bij ons leger bij groote oefeningen opgedaan,
moet men inderdaad tot de conclusie komen, dat het theoretisch
zeer mooi in elkander grijpende raderwerk, in werkelijkheid tot
groote teleurstellingen zal leiden. Immers, de verpleging van mensch
en dier zal dan zulk een buitengewone inspanning vereischen, dat
beperking van het voor de voeding benoodigde, indien eenigszins
mogelijk, dringend noodig is en die mogelijkheid wordt m. i. geopend,
indien de daartoe door schrijver aangegeven weg wordt gevolgd.
Het doel van dit artikel is de moeilijkheden op verplegingsgebied
in eenigszins nadere beschouwing te nemen.
Bij groote- en brigademanoeuvres is meermalen duidelijk aan den
dag getreden, dat de grasvoorziening zeer groote moeilijkheden biedt.
Niettegenstaande aan die oefeningen een grondige verkenning door
de intendance-officieren voorafging, de benoodigde hoeveelheden
geruimen tijd van te voren in bestelling werden gegeven, liet de
grasvoorziening toch meermalen te wenschen over. De dessabevol-
king moest van te voren door het civiele bestuur bij elkander worden
geklopt om het benoodigde gras soms van palen ver aan te voeren,
daar voor zulk eer. groot aantal paarden het benoodigde niet uit
een klein rayon bijeen was te brengen. Toch verkeerde men vaak,
vooral bij de groote manoeuvres, wat de voorziening betreft, nog in
70
