1, met schootsveld in zuidwestelijke richting, op de randen van het bedekte terrein en de sleuven tusschen de begroeiïng. Ten slotte komt ter sprake, of niet wat artillerie in reserve moet worden gehouden voor een verlegen reis, b. v. het afslaan van aan vallen op de flanken, het doen van tegenaanvallen, het versterken van een bepaald frontgedeelte, het geven van artillerie aan de troepen te Tjirioeng. Deze wensch brengt er mij van zelf toe er thans eens op te wijzen, dat ik tot nu toe over de artillerie sprak, of wij er met kwistige hand over konden beschikken, terwijl wij slechts twee batterijen hebben. Ik vrees dan ook, dat wij wat water in den wijn zullen moeten doen. Toch zou men verkeerd doen, de veelgeziene methode te volgen en de artillerie nu maar ergens in bewakings stelling te zetten, omdat er zoo weinig is. Integendeel, de boven door mij gedane overwegingen moeten wel degelijk worden gehou den om daarna uit te maken, wat het gewichtigste is, wat men kan en moet bereiken met de beschikbare kracht, en hoever men splitsing door zal voeren om zooveel mogelijk aan alle opdrachten te voldoen. Er zullen nu natuurlijk een aantal oplossingen mogelijk zijn. Welke de gunstigste zou zijn geweest, kan pas na het gevecht worden uit gemaakt. Hoofdzaak is, dat er een dragelijke oplossing is. Mijn oplossing, die, vóórdat de aanval begint, alleen kan worden voorbereid, zou de volgende wezen: Vuur op groote afstanden: Eén batterij ongeveer in het verlengde van den weg paal 31 - paal 30. Te bewaken strookO. rand Sampora 2 - p van Tjikempoeng 4. Indien mogelijk frontverandering voorbereiden (voor de batterij, een sectie, desnoods stuk) om vuur te kunnen brengen op Sam pora 1. Eén sectie in stelling meer westwaarts en zooveel mogelijk achter waarts; te bewaken strookp van Tjikempoeng 4 - 2e oe van Paroenpoeng 2. Beide onderdeelen krijgen mondeling of schriftelijk aangewezen, welke gedeelten bevuurd moeten kunnen worden, zooals boven reeds overwogen. Verder moet de minimum-afstand worden aangegeven. Staan de batterijen goed gedekt, zoodat de kans om tot zwijgen te worden gebracht door artillerie op grooten afstand gering is, dan zou ik het vuur laten openen op bevel van den A. C. (die dit weer kan overdragen op B. C. en S. C.) en op zoo groot mogelijke afstanden. Staan de batterijen minder gunstig, dan zou ik als Br. 144

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 12