De brug, waarop het vuur geopend moest worden., was van de plaats van den S. C. niet te zien en daarom werd een onveilig makend vuur afgegeven op 1000 M. afstand. Het bovenstaande is bijna woordelijk ontleend aan een verslag van den ACIk geloof, dat ik aan den lezer zelve over kan laten kritiek te leveren. Den toestand in Tjirioeng heb ik van zeer nabij beschouwd. De eigen troepen stonden zeer nabij, somtijds tot op de brug. Laten wij aannemen, dat het vuur van de sectie niet eerder geopend is, dan nadat de eigen troepen op hun terugtocht de brug allen overschreden hadden. Dan nog leert een eenvoudige regel uit de waarschijnlijkheidsrekening, dat bij vuren op een brug evenveel schoten daarvóór als er achter vallen: ergo, dat de eigen troepen evenveel van het vuur te lijden moeten hebben gehad als de vijandelijke. Vraagt men mij. wat de detachementscommandant dan met de sectie had moeten doen, dan zou ik zeggen: onmiddellijk melden, dat hij haar in het zwaar bedekte terrein zonder schootsveld niet kon gebruiken, omdat zij voor hem al even gevaarlijk zou zijn als voor den vijand. De A.B. zou dan voor déze sectie zeker een hoogst nuttig em plooi hebben gehad. Zij zou, om eens iets te noemen, hebben kunnen dienen voor de nabijverdediging van den linkervleugel der 1ste brigade, dan wel de in het rechtervak doorgedrongen troepen door een retour offensif er uit te werpen. Het bovenstaande vormt een zeer afzonderlijk gedeelte van de taak van den A B.de reorganisatie van artillerie, die een taak ver vuld heeft. Deze artillerie had onmiddellijk moeten komen onder den A. C. van de 1ste brigade, (sedert den namiddag van den 23en vereenigd met de andere troepen). Ook over het gebruik van de artillerie var. het detachement Tji- bitoeng zullen wij niet te uitvoerig wezen. De bijzondere taak na gaande, die dit detachement te vervullen kreeg, kon er uit den aard der zaak geen fechtstreeksch verband bestaan tusschen het gebruik van deze artillerie en die in de Tjibinongstelling. Zooals we weten, wa ren bij dit detachement, sterk 2 bataljons, ingedeeld 1 batterijen 1 sectie mobiele vestingartillerie, welke tot een afdeeling vereenigd waren. Wij weten ook, dat bet detachement de opdracht kreeg op te rukken in de richting van Kaoem en de brigade, die tegenover het vooruitgeschoven detachement oprukte, in de flank aan te vallen, zoodra het vooruitgeschoven detachement achter de Tjikeas zou zijn teruggetrokken. 149

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 17