niet absoluut juist hebben weergegeven, dan maak ik hiervoor mijn
verontschuldiging; ik heb de overtuiging, dat de hoofdzaken zich
hebben afgespeeld, zooals ik ze beschreef. Waar, zooals ik reeds
in den aanhef zeide, mijn kritiek uitsluitend een toestand treft (hoe
veel kan die toestand sinds al niet verbeterd zijn) en het mij te
doen is om in het algemeen te trachten, aan de hand van voor
velen sprekende voorbeelden, duidelijk te maken, hoe de artillerie
moet worden gebruikt, meen ik, dat een enkele onjuistheid of
onvolledigheid in de weergegeven feiten voor mijn doel niet als
schadelijk kan worden beschouwd.
Moge ik er met mijn kritiek een steentje toe hebben bijgedragen,
dat onze artillerie zal schieten van de juiste plaats, op het juiste
doel en op het juiste oogenblik!
December 1917. j. B. van der Poll.
Kapitein der Artillerie.
152