loos te melden (hierdoor werd wrijving op de ontschepingsplaats
voorkomen). Torpedobootvernielers verrichtten een patrouilledienst
langs den geheelen weg en in het bijzonder voor Chemulpho. Van
de zijde van Wladiwostok vreesde men voorloopig geen gevaar,
daar die haven dichtgevroren was.
Een varen in eskader had niet plaats; elk transportschip, dat voor
de afvaart gereed was, vertrok uit Nagasaki en volgde de aange
geven route; kort op elkaar volgend, kwamen zij op ennal6Febr.
op de reede van Chemulpho aan.
De Landing bij Chemulpho.
De kust nabij Chemulpho, eenigszins te vergelijken met de noord
kust van Java, is moerassig; de zee ondiep, terwijl groote modder-
banken het landen bemoeilijken.
In de plaats, reeds door de Japanners bezet, bevond zich een
groote Japansche kolonie, welke hulp verleende, terwijl voorts een
groot aantal debarkementsmiddelen en 2 steenen landhoofden werden
aangetroffen.
Het weer was gunstig; ofschoon de ebbe de transportschepen
noodzaakte op meer dan 2 K. M. van den wal te blijven, had de
ontscheping volgens Japansche berichten snel plaats, dank zij het
gebruik van de aanwezige en de medegenomen debarkementsmid
delen, waaronder de sampans van groot nut bleken door hunne
geringen diepgang. De grootere konden 100 man, de kleine 20 man
bevatten; bovendien beschikten de transportschepen elk over 10
booten met een capaciteit van 40 man of 12 paarden. De stoom-
barkassen sleepten dikwijls 20 sampans. Ter vergemakkelijking van
de ontscheping waren 2 steigers gebouwd, elk uit 20 jonken bestaan
de, welke de verticale beweging van het water konden volgen.
Aangezien het materieel pasklaar uit Japan was medegenomen,
was men in staat in één nacht deze pieren te vervaardigen.
Den 22en 's nachts waren dan ook de 12de Div. benevens 2
regimenten van de 2de en 4de Div. ontscheept. Naar het schijnt
is ook Haijyu als ontschepingsplaats gebezigd, doch wordt deze
plaats in de Japansche verslagen niet genoemd. De geheele Div.
met trein was den 27en aan wal.
Beveiliging van de landing.
Ter beveiliging aan de zeezijde en tevens van de route, welke
de transportschepen nog steeds volgden, werd 18 Febr. het be
vel gegeven den uitgang van de haven van Port-Arthur te ver
sperren. In den nacht van 23 op 24 uitgevoerd, mislukte deze
onderneming geheel; in den ochtend van den 24en werden reeds
157