transport en van de landingsplaats, doch deze zouden niet hebben kunnen verhinderen, dat de Russische vloot menig succesje had verkregen, wanneer zij actiever ware opgetreden. Door het uitzenden van ongemobiliseerde troependeelen naar Che- mulpho, kon men direct beslag leggen op deze plaats en de ont scheping van de overige troepen voorbereiden en verkreeg men bovendien daadwerkelijke controle op de handelingen van Korea, welke staat, krachteloos, als zij was, dan ook spoedig met Japan een verbond sloot. Aangezien snelheid op den voorgrond stond, bezigde men hiertoe troepen, welke het dichtst bij Korea in garnizoen lagen, zoodat de overtocht in verband met de keuze der inschepingsplaats in korten tijd kon worden volbracht. De 12de Div., aangewezen om het eerst getransporteerd te worden, lag in Kokura in garnizoen, welke plaats niet ver van Korea (Chemulpho) was verwijderd; de overtocht zou dus van korten duur zijn. Om welke redenen de 2de- en gardedivisiën eveneens werden aangewezen, valt moeilijk na te gaan; wel zijn de garnizoenen dezer divisiën het verst van Wladiwostok gelegen, doch het is niet aannemelijk, dat vrees voor een optreden van het Wladiwostok-eskader hier alleen in het spel is; inwerftiige aangelegen heden zullen wel hierop van grooten invloed zijn geweest; bedoelde garnizoenen toch lagen op grooten afstand van de ontschepings plaats, zoodat een langdurig vervoer te te land (per spoor) of ter zee noodzakelijk zou zijn. De keuze van de inschepingsplaats is zeer oordeelkundigNagasaki ligt op korten afstand van Korea, is ver verwijderd van Wladiwostok en weid beveiligd door de vloot en de aanwezige kustversterkingen (zie kaart 1), zoodat vrijwel aan alle eischen werd voldaan. De inscheping schijnt zeer vlot verloopen te zijn en het blijkt ook hier weer, dat „in een groote haven 1 Div. met bijbehoorende wapens en ter sterkte van 10D00 man met haren geheelen trein, in 24 uur zal kunnen worden ingeladen" (1). Houdt men rekening met de in de toenmalige Japansche voor schriften op de militaire zeetransporten noodig geachte ruimte, zijnde 1.5 Ton netto per man en 4.5 T. per paard, met inbegrip van geschut en bagage, dan zou voor het transport max. 65000 T. benoodigd zijn, hetgeen vergeleken met de opgave van 128030 T. bruto of 76800 T. netto aantoont, dat voor de troepen een groote ruimte is uit getrokken, terwijl volgens de voorschriften, in verband met den (1) Landingen en troepenvervoer door P J. Spruijt. Org. K. W S 1905—06, No I. 159

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 33