korten duur van den overtocht, de ruimte juist sterk verminderd ha d kunnen worden. Wat betreft den overtocht valt op te merken, dat hier niet in eskader werd gevaren, hetgeen voor elk schip wel een kortere zeereis be duidde, maar de veiligheid geenszins ten goede kwam. Niettegen staande de genomen veiligheidsmaatregelen zoude het een actieven tegenstander gelukt zijn met snelvarende schepen menig succes te behalen. In den tegenwoordigen tijd zal bij een zoodanige handel wijze in onzen archipel onze vloot, mits uitgerust met snelle krui sers en onderzeebooten, welke op verschillende schuil- en depót plaatsen kunnen steunen, gelegenheid hebben de tegenpartij meerdere verliezen toe te brengenzoodat deze niet tot deze wijze van vervoer zal overgaan, zoolang onze vloot niet vernietigd is. Omtrent de keuze van het landingspunt is reeds het een en ander besproken. Uit een technisch, nautisch oogpunt was Chemulpho verre van te verkiezen en ook uit een tactisch oogpunt was deze keuze nadeelig (groote afstand tot de kust); doch, waar bijna met zeker heid kon worden aangenomen, dat de landing zelve niet zou worden tegengegaan, kon men deze nadeelen min of meer verwaarloozen. De ontschepirfg geeft geen aanleiding tot een uitvoerige bespreking; het groote voordeel aan het gebruik van drijvende of gedeeltelijk drij vende landhoofden verbonden is weer gebleken. Zij had op geheel normale wijze plaats, dank zij het feit, dat zij uitgevoerd werd tegeno ver een niet verdedigde kust. Toch duurde de ontscheping 10 dagen, dus niet zoo snel als de Japanners het willen doen voorkomen. In voorste linie lagen de transportschepen, welke de Inf. vervoer den; daarachter de paardenschepen en als 3de linie de schepen, welke de artillerie vervoerden. Daarachter kwamen de schepen met de treinen en voorraden Als commandant van de landingsplaats fungeerde een genieofficier, die gesteund werd door een staf van 10 tot 12 officieren en het verder noodige personeel, terwijl bovendien 2 Bat. Inf. te zijner beschik king waren gesteld. De officieren belast met de regeling te land waren voorzien van een rcoden band om den linkerarm, waardoor zij gemakkelijk te vinden waren en ieder wist tot wien hij zich te wenden had, teneinde de noodige inlichtingen te ver krijgen. De tmtscheping verliep rustig, ordelijk en zonder geschreeuw. De vrijwel geheele afwezigheid van vijandelijke strijdkrachten in Korea maakte, dat de veiligheidsmaatregelen te land heel eenvoudig 160

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 34