Ad. 3:
Hoewel dus bij het uitschakelen van een G. S. K. al dadelijk
artillerie-officieren voor de taak van vuurleider vrijkomen, zoo begrijp
ik ten volle, dat het aantal dier officieren lang niet overeen zou
komen met het aantal, dat eene organisatie als de Nederlandsche
kan omvatten.
Zonder echter iets te kort te willen doen aan de bekwaamheden
der Nederlandsche reserve-officieren, voelt echtereen ieder, dat voor
de betrekkingen, door hen bekleed (toegevoegd officier aan Afd. Ct.,
artillerie-verkenningsofficier, enz.), ons vrijwillig kader (onderluite
nants, adjudant-onderofficieren, de beste sergeanten) toch zeer zeker
ook geschikt is te maken.
Zoo niet, danzit de fout in de organisatie der
Nederlandsch-Indische vestingartillerie en moeten er meer officieren
komen, dan er nu zijn.
Bij mogelijke legeruitbreiding in Indië zal men ook wel over moeten
gaan tot het instituut van verlofsofficieren. Een Europeesche militie
zou, b. v. al even goed als hier in Nederland, bibit leveren voor uit
breiding van het officierskorps.
Ad. 4:
Kapitein K. betoogt aangaande het vermoedelijk tactisch gebruik
der Vest. Art. in Indië:
a. dat daar van het vormen eener georganiseerde geschutreseive
geen sprake zal zijn
b. hij doet het voorkomen, alsof er alleen bij zoo'n geschutreseive
sprake zou zijn van het door mij aanbevolen afdeelingsverband.
Ad. a. Ik wil hier niet al te zeer ingaan op het al of met be-
strijdbare van deze bewering, omdat de afstand, die mij scheidt van
de bronnen, die mij hierover zouden kunnen inlichten, helaas eenige
maanden reizen bedraagt.
Wel wil ik even wijzen op de Gevechtshandleiding, waaruit kan
blijken, dat in het Indische leger door anderen wel degelijk aan de
taak der Vestingartillerie anders gedacht wordt, dan alleen als die
eener veiligheidsbewapening in vooruit vastgestelde opstellingen.
Bovendien wil ik nog vragen, of het Veldleger dan voor het door
kap. K. bedoelde offensief den steun der zware artillerie zal moeten
ontberen
Ad. b. Wel wil ik echter Kap. K. mededeelen, dat het geschut
der veiligheidsbewapening in Holland wel degelijk ook in afdee
lingsverband is gebracht, ook al was daar dikwijls bet zoeken van
nieuwe opstellingen voor noodig.
170