Ad. 5: In dit punt beweert Kap. K., dat z.i. de Nederlandsch-lndische Vestingartillerie altijd zal vuren op z. g. „voorloopige vuurbevelen". Maar zoo'n vuurbevel bevat heel weinig gegevens en leidt op doelen, die vanuit de batterij niet te zien zijn, tot een vuur zonder waarneming! Immers, eerst in het schriftelijke vuurbevel wordt den B. C. o. m. de waarnemingspost(en) aangewezen voor het te bevuren doel. Zouden nu in Indië tegenwoordig als regel de batterijen der ves tingartillerie met zicht op de doelen zijn opgesteld? Dan is er sinds mijn vertrek uit Indië al wel zeer veel veranderd. Bovendien, al was dit zoo, al konden dus de batterijen volstaan met „voorloopige vuurbevelen", dan nog is de vuurleider een onder officier, wien, hoe doorkneed hij overigens in zijn reglementen en dienstvoorschriften moge zijn, toch altijd het tactische inzicht in het vuur zal ontbreken. Een zelfstandige batterij, afdeeling of groep is een machtig in strument, waard om in handen gegeven te worden van een eerste klas hanteerder, met eigen oogen ziende, waar en hoe hij zijn instrument in werking brengt. Hiermede meen ik het volhouden van de in mijn oorspronkelijk artikel verkondigde meening voldoende te hebben gemotiveerd. Rest mij nog om vooruit te loopen op de volgende, mogelijk van andere zijde te stellen vraag. Welk werk blijft er nu over voor den Groepscommandant, wan neer de officieren van zijn G. S. K. het terrein zijn ingegaan om het vuur te leiden, wanneer dus niet meer zijn standplaats het punt is, waarvanuit gedacht, gerekend en geleid wordt? Ten slotte is hij toch de verantwoordelijke persoon voor het vuur van het onder zijne bevelen staande geschut! Zeer zeker! Maar in stede van na het verschijnen van doelen te gaan regelen en bevelen, moet hij te voren door het uitgeven van goed doordachte instructies aan zijne officieren, afdeelings- en batterijcommandanten zorg dragen, dat het vuur van zijn geschut tot zijn recht komt. Die instructies moeten o. a. bevatten de bestemming van iedere afdeeling of batterij (hierbij te vermelden aard der te verwachten doelen, zóne van werkzaamheid, voorrang van het eene doel boven het andere, enz. enz.). Verder de machtiging tot vuuropening op allerlei doelen zonder nader bevel; de voor te bereiden belangrijke punten enz. enz. Heeft hij die instructies naar zijn beste weten op- 172

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 46