oeng aan een afzonderlijke bespreking te onderwerpen, daar zij uit
sluitend ten behoeve van den linkervleugel is gebruikt.
Het van Tjibitoeng ter versterking uitgezonden detachement,
waarbij 1 batterij 7 cM. L/28 V. S. en l sectie 7 cM L/28 Ktl.,
kreeg opdracht zijn opmarsch zoodanig te regelen, dat het terrein
tusschen de Tjikeas en Kaoem eerst dan zou worden bereikt, wan
neer het vooruitgeschoven detachement achter de Tjikeas terugge
trokken en met de achtervolgende blauwe troepen in gevecht gewik
keld zou zijn.
Recapituleeren wij den toestand, dan zien wij dus, dat de 1ste
brigade een stelling, aanvankelijk bestemd tot tijdwinst, inricht,
waarin ook de noodige stellingen voor de artillerie worden voorbereid.
Dat te goeder tijd het vooruitgeschoven detachement te Tjirioeng
den linkervleugel zal vormen, en zijn artillerie geheel ter beschikking
zal houden, en dat over het detachement van Tjibinoeng later zal
worden beschikt.
Ziedaar de maatregelen, waardoor het eerste in het gevecht brengen
van de artillerie in hoofdzaak wordt geregeld. Geven wij ons er
thans goed rekenschap van, dat, zoowel bij den aanval als bij de
verdediging, de eerste worp vrijwel over het lot beslist. Allen illusies,
dat fouten, bij den inzet begaan, later geredresseerd kunnen worden,
dat men door troepenverplaatsingen, stellingveranderingen, de groe
peering ten goede zou kunnen wijzigen, zijn van te voren de bodem
ingeslagen. Eenmaal het gevecht begonnen, zijn de troepen aan
elkander gekluisterd door een onafwendbaar noodlot, bijten zich in
elkander vast en sleuren elkander heen en weer als een paar vech
tende honden. Alleen met de reserves is men in staat invloed
uit te oefenen. En eerst wanneer een der partijen de hielen licht,
zij het ook om even later weer front te maken, biedt zich de gele
genheid om de groepeering voor een nieuwen aanval vast te stellen:
deze groepeering zal beslissend zijn voor den tweeden schok.
Daarom kan de kritiek als regel volstaan met de bespreking
van de eerste maatregelen; kan een manoeuvre, een oefening op
de kaart gerust beëindigd worden, zoodra het eerste treffen plaats
vindt. Het verloop van den strijd heeft evenveel variaties en is even
ongewis, als het verloop van een schaakspel na een bekende opening.
En wat bij de opening bedorven is, kan bij de voortzetting van het spel,
bij eenigszins gelijke partijen, zelden of nooit meer worden goed gemaakt.
Waar een verdediger, die eenige dagen aan de stelling kan wer
ken, voldoenden tijd heeft voor eenige voorbereiding, moet men ook
137