Zie figuur No 3, V. S. I., en voor het oppervlak der kop-, borst- romp- en knieschijven No I, de noot op blz. 23. Wat in die noot onder het hoofd „in werkelijkheid" voorkomt, sla men, wijl het minder juist schijnt door. Voor de berekeningen van 18 Aan hangsel (blz 29) zijn dan ook de oppervlakten in de linkerhelft der noot gebruikt, evenals in die vermeld in I! van dit opstel. Berekening oppervlak eener eenmansschijf No 1. A E 0,30 ;CD 0,40D E C F wijl E F - A B 0,50, is E D: I K 0,30: 0,80 1 K 0'C0,30: °'8° 0,13 I H 0,50 2 x 0,13 0,24. Inh. trapezium C D I H 0,05; Yi X 0,E0 (0,40 0 24) 0,16 M2. Inh. knieschijf. 0.43 M2. Inh. eenmansschijf. 0.64 M2. b. De schijven Ao. 2. Kopschijf No. 2. Breedte teekening 20 mM; zij X,de hoogte in mM, dan is: 200,60 X0,40 X 13 '/3 mM. De teekening geeft een hoogte van 14 mM.; alzoo de onderste 213 buiten beschouwing te laten de rest wordt verdeeld in vierkanten van 3'/3 mM., waarna blijkt, dat er II witte vierkanten zijn (de gedeeltelijk gevulde Y wit te rekenen), 't Aantal vier kanten 6 X 4 24 zijnde, krijgen we voor de oppervlakte van kopschijf No 2 24^U X 0,4 X 0,6 M2. 0,13 M2. 187 IV SCHIjVENOPPERVLAKTE (FIGURENOPPERVLAK) a. De Schijven No 1.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 61