Ruiterschijf No. 2.
Neem (zie Hoogeboom en Pop als boven) de paardlengte 2,40
M., dan is 90: 2,50 X: 2,40 (hoogte der figuur in de teeke-
ning 90 mM.) of X 863-ti mM, hetwelk in de teekening precies
is de loodrechte afstand van neus van het paard tot achtersten hiel.
Trekken we een lijn door den achterkant van dien hiel en loodrecht
op basis der teekening, dan kunnen we den rechthoek 863^ X 90 mM.
b.v. in vierkanten van 5 mM. verdeelen, de rechter smalle strook
van m mM. voorloopig buiten beschouwing gelaten (het stuk staart
rechts van 863-S mM. grens dient te vervallen). We komen dan tot
eene oppervlakte van 2,30 M2.
Mitrailleurschijf.
52: 1,60 X 1,10. X 36 m. M.de teekening is dus vrij
goed op schaal; vierkanten nemende van b.v. 4 mM, komen we
tot een oppervlakte 1,17 M2.
V. 88, V. S. I.
Berekening ad 3. Het hier bedoelde treffer vinden we in §17
Aanhangsel (hoewel eenigszins onnauwkeurig, als boven is aange
toond); heeft men echter te doen met doelen voorgesteld doör kop-,
romp- of knieschijven, No 1 op y2 M tusschenruimte, dan neme men
de ondervolgende kortere wijze van
Berekening tijdsduur vuur.
Aantal te treffen figuren 1/3 33,33%
Alzoo is - (zie bijl. X, V. S. I.) 0,41
T
Zij n 40 (doel voor een sectie), dan is dus 0,41 ofT 40X
0,41 163-1 Bij een afstand van 600 M. en met doel, voorgesteld
door borstschijven No 1 op X M t. r, is het treffer 18 Aan
hangsel of beter 11 van dit opstel) 6,6. Aantal in te zetten pa-
163^ 1650
tronen dus 100X -gg- 2E0. Bestaat de vurende troep uit
35 schutteis, dan geeft zulks 7 patronen per man. Met een vuursnel-
heid van b.v. 10 schoten per minuut, geeft dit een tijdsduur van
7
het vuur van X 60 42 sec.
189