doch ten slotte is zij degene, die uit de meestal zeer uiteen loopende
adviezen en voorstellen den legercommandant, onder uiteenzetting
van haar motieven, het eindvoorstel voorlegt.
Die intendanten ontbreken ons Doch blijkbaar wordt door de
intendance zelf het gebrek aan vorenbedoelde troepenervaring niet
of al thans niet in de mate gevoeld dat het aanleiding geeft tot
bijzondere maatregelen, om aan dat gebrek voor zooveel mogelijk
te gemoet te komen. Anders toch zou meer gemerkt moeten worden
van maatregelen, die den intendant in staat kunnen stellen meer
met den troep kennis te maken. Waarom toch worden de vele
troepenoefeningen, ik meen die, waarbij volgens de bepalingen voor
de verpleging geen toevoeging van intendanceofficieren is voorge
schreven, niet aangegrepen als een middel om den intendant erva
ring te laten opdoen De troep heeft bij die oefeningen ons
wel niet noodig, doch wij hebben den troep noodig en heel hard
noodig ook. Waarom wordt bij de hiervoren besproken tijdelijke
aanvullingen van onzen dierst niet getracht de beschikking te er
langen over officieren zij mogen dan administratief al minder on
derlegd zijn werkelijk in staat om behulpzaam te wezen bij het
eigenlijke intendancewerk, officieren, die alleszins bevoegd moeten
worden geacht om, b. v. wat de kleeding, uitrusting en voeding be
treft, mede te werken tot voldoening aan de drie gestelde hoofdeischen,
officieren, met kennis van den troep, den troependienst en hunne
eischen? Waarom neemt men steeds kwartiermeesters, arbeidskrach
ten voor de administratie? Is de formatie der intendanten te ruim?
De ingewijde weet wel beter. Aan den administratieven arbeid wordt
sedert lange jaren, ten koste van wat volgens hoogere opvattingen
onze voornaamste taak is, te veel door intendanten deelgenomen.
Vandaar dat als intendanten komen uit te vallen, ook een
tekort aan administratieve werkkrachten ontstaat, waaraan men dan
in de eerste plaats denkt. Dit is een ongewenschte toestand Indien
inderdaad gebrek aan administratieve krachten bestaat, welnu dat
men die aanvrage, met uitbreiding van de vaste formatie, en wel in
dien getale, dat men den intendant kan opdragen, wat des inten-
dants is, waarvoor hij een speciale opleiding heeft genoten en waar
voor hij juist door die opleiding met uitzondering dan van degenen
die te sterk erfelijk waren belast liefde en toewijding is gaan gevoelen.
De hiervoren bedoelde systemen betreffende kleeding, uitrusting
en voeding zijn, zooals bekend, belichaamd in de zoo overbekende
tarieven Men hechte bij de bewerking van deze tarieven niet
te groote waarde aan uitvoerigheid en detailleering; zij zijn
212