Wat geschiedt echter? Hij wordt overgeplaatst naar één der Garnizoensbataljons, om daar deel uitmakend van een brigade, die tegen den Inl. Vijand ageert van karabijn en 100 scherpe patronen te worden voorzien, terwijl zijn militaire kennis en vaardigheid hem gelijkstellen met een pas aangeworven recruut, in een woord nihil is Behalve de stoornis, door dien fuselier in den goeden gang van den dienst veroorzaakt (Alg. Order, No 1907, No 55), vormt hij o. m. zijn magazijn niet eens behoorlijk kunnende vullen een niet denkbeeldig gevaar voor zijn makkers en anderen, wat voor een ieder, die den dienst te velde kent, geen nadere verklaring zal be hoeven. Gelukkig, dat de man bijtijds gesignaleerd werd, maar wat had er niet kunnen gebeuren, indien 'smans stukken eerst later waren ontvangen wat meermalen pleegt voor te komen, ten behoeve der korpsadministratie en hij doodgewoon op patrouille was gezonden. Thans konden gelukkig maatregelen worden genomen, om hem gelijkwaardig te maken met zijn collega's, al zal zulks niet geringe last en moeite veroorzaken. Echter zal van een opleiding van. den man tegen een B. V. wel geen sprake kunnen zijn. Ten slotte de vraag: Is hier een vergissing in 't spel, dan wel om de populaire uitdrukking te gebruiken—werd er een „vuiltje geloosd"? G. M. H. D. 223

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1918 | | pagina 97